Maak: paragraaf 3.4, opdrachten 1 t/m 10
Hoe: in je werkboek. Gebruik de theorie bij de vragen.
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot 5 minuten voor einde van de les.
Klaar? Maak in je online boek de diagnostische toets van het hoofdstuk.