Orde houden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ik neem liever een foute beslissing dan geen beslissing.
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quizvraag

Ik ben voorspelbaar in mijn reacties.
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quizvraag

Bij mij in de klas is er geen ruimte voor discussies.
A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb de regels echt nodig om orde in de klas te houden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quizvraag

Leerlingen vinden mij rechtvaardig.
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quizvraag

Ik ben altijd consequent naar leerlingen toe.
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quizvraag

Ik durf leerlingen aan te spreken op ongewenst gedrag.
A
Eens
B
Oneens

Slide 13 - Quizvraag

Ik ken mijn eigen regels en de leerlingen kennen mijn regels.
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quizvraag

Als ik een fout maak, dan durf ik dat toe te geven.
A
Eens
B
Oneens

Slide 15 - Quizvraag

Ik kan mij verplaatsen in de belevingswereld van de leerling.
A
Eens
B
Oneens

Slide 16 - Quizvraag

Ik neem het initiatief om contact te maken met leerlingen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quizvraag

Ik ben geduldig met leerlingen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quizvraag

Ik besteed evenveel aandacht aan al mijn leerlingen
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quizvraag

Ik maak tijd vrij voor een praatje met mijn leerlingen.
A
Altijd
B
Soms
C
Bijna nooit
D
Nooit

Slide 20 - Quizvraag

Ik ken de interesses van mijn leerlingen.
A
Ja
B
Nee
C
Nauwelijks

Slide 21 - Quizvraag

Ik houd rekening met de diversiteit in de klas (denk hierbij aan cultuur, religie, geaardheid etc.)
A
eens
B
oneens

Slide 22 - Quizvraag

Ik ben bewust van mijn eigen vooroordelen en probeer deze te vermijden.
A
eens
B
oneens

Slide 23 - Quizvraag

Ik geef mijn leerlingen regelmatig complimenten.
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Ik heb oog voor het welzijn van de leerling.
A
Eens
B
Oneens

Slide 25 - Quizvraag