Patiënt heeft op dit moment sinds 3 dagen een nefrostomiekatheter aan de rechter zijde. Gisteren had hij pijn aan de rechter flank. De EWS van dhr. was 0 en na het maken van een controle röntgenfoto, bleek de nefrostomiekatheter op de juiste plaats te zitten. De pijn nam in de loop van de dag weer af.
Tijdens de overdracht van de avonddienst verpleegkundige kreeg ik door dat de man sinds laat in de avond weer steeds meer pijn had aan de rechter flank. Ik controleerde of de nefrostomiekatheter niet geknikt zat en wellicht niet goed af zou kunnen lopen. Na overleg met de arts mocht patiënt eenmalig oxynorm snelwerkend krijgen. Dat heeft de patiënt om 22:00 uur gekregen. Mijn dienst begon om 23:00 uur. Om 1:15 uur belde patiënt met erg veel pijn aan de rechter flank. Ik belde de arts assistent om patiënt te beoordelen. De EWS bleek nog steeds 0. Patiënt vertrok zijn gezicht van de pijn en trok zich liggend op aan de papegaai om zo de pijn te verlichten.
De pijn was continue en bemoeilijkte het ademhalen. Er was geen sprake van pijn op de borst of misselijkheid.
Ik ging met de arts assistent mee om te overleggen. Toen wij na 5 minuten terug kwamen, lag patiënt te slapen. De situatie hebben we zo gelaten. Na een half uur belde patiënt echter weer met ernstige pijnen. Wederom belde ik de arts assistent. Wegens de röntgenfoto waarop bleek dat de katheter goed lag en een EWS van 0, besloot de arts assistent patiënt 2,5 mg morfine subcutaan voor te schrijven. Deze diende ik toe. Patiënt nadien alleen maar slapend gezien.
De volgende avond had ik wederom nachtdienst. Tijdens de afgelopen dag heeft patiënt af en toe wat kleine pijnscheuten gehad in de rechterflank, maar dit was dragelijk voor hem. De collega van de avonddienst geeft aan dat patiënt sinds 22:00 uur weer wat lichte pijnklachten heeft aan de rechterflank. Ik neem de dienst over en patiënt belt om 0:15 uur dat pijn in de rechterflank weer toeneemt, met name bij inademen.