Het is anderhalf uur later, half 3 in de nacht, en patiënt belt weer. De pijn is onhoudbaar. Patiënt is niet dyspnoeisch, ademt wel wat versneld (AH 18), zit in halfzittende houding in bed, geen pijn op de borst). De nefrostomiekatheter loopt ruim af van heldere urine, zonder zichtbaar bloed. Patiënt vertrekt het gezicht van de pijn. Blijft zich telkens met de rechterarm optrekken aan de bed-papegaai. Dat doet patiënt om de pijn te verlichten, aldus patiënt.