P3 - Herhalingsweek

Bekijk de onderstaande 
Herhalingsweek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bekijk de onderstaande 
Herhalingsweek

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Programma
1. Syllogismen
2. Empirische cyclus
3. Demarcatiecriteria
4. Overige vragen

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
  • Wat voor soort redenering is een syllogisme?
  • Hoe zien ze er uit?
  • Wat doen filosofen er mee?
  • Wat moet je er op de toets mee kunnen? 

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
8) Ik kan deductieve vormen van redeneren herkennen en toepassen
9) Ik kan beoordelen wanneer een syllogisme geldig is.

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
  • Syllogismen zijn een manier van deductief redeneren
  • Redeneren gebruikt bepaalde regels = logica 
Wiskunde:
"Bij een rechthoekige driehoek geldt:
a2 + b2 = c2"
Logica:
"Als P dan Q
 Niet Q
 Niet P"
Voor een vwo toets hoef je al deze regels niet te kennen. Meestal kun je vanzelf zien of een syllogisme geldig is.
Als je ooit logica wil studeren moet je ze dan wel kennen.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
Geldig:


Waar: 

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
Geldig: Een syllogisme is geldig als de conclusie logisch uit de premissen volgt. (het volgt de regels van de logica.

Waar: Een conclusie is waar als het klopt met de echte wereld. (meestal betekent dit ware premissen en geldig syllogisme.)

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
Stappenplan:
  1. Lees het syllogisme goed door, let op woorden als niet en geen.
  2. Probeer een tegenvoorbeeld te bedenken waar de premissen waar zijn, maar de conclusie niet.
  3. Als dat kan: "Geldig, want conclusie moet waar zijn als premissen waar zijn.
     Als dat niet kan: "Ongeldig, want 'tegenvoorbeeld.'"
P1: Alle vossen zijn sterfelijk
P2: Meneer Langhout is een vos
C: Meneer Langhout is sterfelijk

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
Stappenplan:
  1. Lees het syllogisme goed door, let op woorden als niet en geen.
  2. Probeer een tegenvoorbeeld te bedenken waar de premissen waar zijn, maar de conclusie niet.
  3. Als dat kan: "Geldig, want conclusie moet waar zijn als premissen waar zijn.
     Als dat niet kan: "Ongeldig, want 'tegenvoorbeeld.'"
P1: Alle mensen zijn sterfelijk
P2: Meneer Langhout is sterfelijk
C: Meneer Langhout is een mens

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Syllogismen
Maak de opdrachten over syllogismen op het werkblad
Stappenplan:
  1. Lees het syllogisme goed door, let op woorden als niet en geen.
  2. Probeer een tegenvoorbeeld te bedenken waar de premissen waar zijn, maar de conclusie niet.
  3. Als dat kan: "Geldig, want conclusie moet waar zijn als premissen waar zijn.
     Als dat niet kan: "Ongeldig, want 'tegenvoorbeeld.'"

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Empirische cirkel
  • Hoe ziet het er uit?
  • Wat doen filosofen er mee?
  • Wat moet je er op de toets mee kunnen? 

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Empirische cirkel
  • 11) Ik ken de empirische cyclus en kan hierin aangeven waar sprake is van inductie waar van deductie.
  • 12) Ik kan bij een voorbeeld herkennen om welke stap in de empirische cyclus het gaat

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
  • Hypothese:
Een algemene regel over hoe de wereld werkt
  • Voorspelling
Een voorspelling over de toekomst
  • Empirische waarneming
Een experiment of onderzoek om te kijken of de voorspelling klopt
  • Analyse data 
Kijken of je na het onderzoek de hypothese moet bijstellen

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Empirische cirkel
Een vriendin van mij dit weekend:

Theorie:
"Onze levens worden beïnvloed door de sterren en planeten."
Hypothese:
"Bij een volle maan slaap je slecht."

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Bekijk de onderstaande 
Demarcatiecriteria
  • Hoe zien ze er uit?
  • Wat doen filosofen er mee?
  • Wat moet je er op de toets mee kunnen? 

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatiecriteria
  • 16) Ik ken het uitgangspunt van het logisch positivisme.
  • 17) Ik kan verificatie als demarcatiecriterium toepassen en bekritiseren.
  • 18) Ik kan falsificatie als demarcatiecriterium toepassen en uitleggen dat theorieën hierbij nooit bewezen kunnen worden volgens Popper.

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
De vraag of iets wetenschap is of pseudowetenschap

  • Logisch-positivisme: Wetenschap is iets dat je kan verifiëren.
  • Confirmatie: Je kan genoeg bewijs vinden.
  • Popper: Wetenschap kun je falsifiëren.
  • Kuhn: Wetenschap is paradigma's
  • Wetenschap heeft kenmerken (kernwaarden)

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
Stappenplan logisch-positivisme:
  1. Kun je de uitspraak herleiden naar empirisch waarneembare data?
  2. Kun je (met een empirisch onderzoek) logisch bewijzen dat de uitspraak klopt.
  3. Alleen wetenschap als allebei ja.
  • "Bij een volle maan zijn mensen ongelukkiger."
  • "Het is volle maan, dus meneer Langhout zal vandaag maar 4 uur slapen."

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
Stappenplan logisch-positivisme:
  1. Kun je de uitspraak herleiden naar empirisch waarneembare data?
  2. Kun je (met een empirisch onderzoek) logisch bewijzen dat de uitspraak klopt.
  3. Alleen wetenschap als allebei ja.
  • "Water kookt bij 100 graden."
  • "Als ik morgen een pan water opzet in Den Haag zal deze gaan koken bij 100 graden."

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
Stappenplan Popper:
  1. Kun je de uitspraak herleiden naar empirisch waarneembare data?
  2. Kun je (met een empirisch onderzoek) logisch bewijzen dat de uitspraak niet klopt.
  3. Alleen wetenschap als allebei ja.
  • "Water kookt bij 100 graden."
  • "Als ik morgen een pan water opzet in Den Haag zal deze gaan koken bij 100 graden."

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
Stappenplan Popper:
  1. Kun je de uitspraak herleiden naar empirisch waarneembare data?
  2. Kun je (met een empirisch onderzoek) logisch bewijzen dat de uitspraak niet klopt.
  3. Alleen wetenschap als allebei ja.
  • "Bij een volle maan zijn mensen ongelukkiger."
  • "Het is volle maan, dus meneer Langhout zal vandaag maar 4 uur slapen."

Slide 22 - Tekstslide

Bekijk de onderstaande 
Demarcatieprobleem
Maak de laatste opdracht op het werkblad.

Leg voor minstens twee uitspraken ook je antwoord uit.

Slide 23 - Tekstslide