les 8 thema 6 hv1b

Welkom bij de 
achtste les over Thema 6
B6:geslachtelijke voortplanting
vwo B7:verspreiding van zaden 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de 
achtste les over Thema 6
B6:geslachtelijke voortplanting
vwo B7:verspreiding van zaden 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik vorige les over B5. 
-Verder met de uitleg over de leerdoelen B6 en (voor vwo) B7.   
-Zelfstandig werken aan de online opdrachten.    
-We sluiten af mbv paar vragen in lessonup. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat was lastig in b5?
Vraag 2 was door een aantal mensen fout gemaakt. 

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig?  Vraag me dan straks om uitleg via de chat.

Slide 3 - Tekstslide

De leerdoelen voor deze week:
Vorige les:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
Deze les:
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Volgende les:
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Even opfrissen en dan een paar vragen over de geslachtelijke voortplanting. 

Heb je vragen fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig?  Vraag me dan straks om uitleg.

Slide 5 - Tekstslide

opfrissen
De helft van de chromosomen in de bevruchte eicel komt van de moederplant en de helft van de vaderplant. 

Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.

Slide 6 - Tekstslide

Een cel in de stengel van een narcis heeft 28 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een stuifmeelkorrel van deze narcis?
A
28
B
56
C
14
D
dat kun je niet weten

Slide 7 - Quizvraag

Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan, noemen we
A
Mitose
B
Meiose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Quizvraag

Een stuifmeelkorrel van een margriet heeft 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft de bevruchte eicel van de margriet?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 9 - Quizvraag

Na de meiose hebben de dochtercellen de helft van de chromosomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Planten: 
Bevruchting (let op verschil bestuiving en bevruchting)
Voortplantingscellen:
man: stuifmeel
vrouw: eicel

"kindje": zaadje.

Slide 12 - Tekstslide

-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Dieren: 
Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatvinden
Voortplantingscellen:
man: zaadcel (let op het verschil met het zaadje van de plant)
vrouw: eicel

"kindje": embryo / ei.

Slide 13 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is bij dieren in het water wel uitwendige bevruchting mogelijk en op het land niet?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje 
 Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Inwendige bevruchting
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je inwendige bevruchting. Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Voor vwo ook:
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B5, B6 en vwo ook B7. 
-Te maken B5 opdr 5 t/m 10, B6 opdr 1 t/m 10 en
vwo
ook B7 opdr 1 / tm 4. 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren. 
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

 
Laatste 5 minuten sluiten we klassikaal af met 6 vragen.  
Zorg er voor dat je om 11.15 uur weer in deze vergadering (les) en in lessonup zit.

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting.
Wat nog niet af is is huiswerk voor de volgende les.

Eerst nog even de dia met extra uitleg (voor wie dan nodig heeft).

Dan z
es vragen om te kijken wat je al weet 


Slide 22 - Tekstslide

De eicel van een tomaat heeft 6 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een tomaat?
A
0
B
3
C
6
D
12

Slide 24 - Quizvraag

De cellen van een Russische paardenbloem hebben 32 chromosomen.
Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een Russische paardenbloem?
A
8
B
16
C
32
D
64

Slide 25 - Quizvraag

Vrouwtjes vissen zetten eitjes af. Vervolgens bevrucht een mannetjes vis deze eitjes.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van geslachtelijke voortplanting?
A
uitwendige bevruchting
B
bestuiving van planten
C
bevruchting van een plant
D
voortplanting van vogels

Slide 27 - Quizvraag


Hoe heet de mannelijke geslachtscel bij dieren?


A
chromosoom
B
eicel
C
stuifmeelkorrel
D
zaadcel

Slide 28 - Quizvraag

Bij veel insecten vindt inwendige bevruchting plaats.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Slide 29 - Quizvraag

Dat was het voor deze les.
Deze lessonup kun je straks terugvinden bij de klas.

Blijf bij met je werk. 
 
Tot de volgende keer! En een hele fijne vakantie!

Je mag deze les (teams) nu verlaten. 
 


Slide 30 - Tekstslide