Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Vraagwoord en lidw. incl bezittvnw& 3e naamval Duits
die Artikel
de lidwoorden
Was sind Artikel (lidwoorden)?
Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
die Artikel
de lidwoorden
Was sind Artikel (lidwoorden)?
Welke Nederlandse lidwoorden zijn er?
Slide 1 - Tekstslide
die Prüfung
Wir werden die Prüfung besprechen.
Slide 2 - Tekstslide
Wie geht es euch?
Slide 3 - Tekstslide
die Fragewörter
de Vraagwoorden
Was sind Fragewörter?
Slide 4 - Tekstslide
die Lernziele
- Aan het eind van de les...
- Weet je
waarom
je een vraag goed en/of fout beantwoord hebt
- Weet je
wat
je nog moet leren en bij moet spijkeren
Slide 5 - Tekstslide
Was
A
Wat
B
Wie
C
Waarom
D
Hoe
Slide 6 - Quizvraag
Wo
A
Wat
B
Waar
C
Wie
D
Waarheen
Slide 7 - Quizvraag
Wie (naar Duits vertalen)
A
Wie
B
Was
C
Wieviel
D
Wer
Slide 8 - Quizvraag
Hoe
A
Was
B
Welche
C
Wie
D
Wann
Slide 9 - Quizvraag
Duitse lidwoorden
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
der
die
das
die
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
ein
eine
ein
keine
Slide 10 - Tekstslide
die Artikel
Wanneer is iets mannelijk, vrouwelijk en onzijdig?
Hoe zat het ook alweer met de windrichtingen, maanden, seizoenen en dagen van de week?
Wat als een woord eindigt op een -e / -heit / -keit / -schaft?
Wat als een woord eindigt op -chen?
Slide 11 - Tekstslide
haben und sein
Wie lernst du für die Präsens = tegenwoordige tijd?
Was kannst du dafür benutzen?
Wer kennt es?
Slide 12 - Tekstslide
Ik kan het werkwoord haben en sein in de tegenwoordige tijd foutloos vervoegen - schrijf de rijtjes op
Slide 13 - Open vraag
Kies uit haben/sein & vervoeg.
Ich ............... seine Schwester.
Slide 14 - Open vraag
Kies uit haben/sein & vervoeg.
Ihr ..................... das Buch gelesen!
Slide 15 - Open vraag
Werkwoorden haben-sein-werden
Wat betekent het werkwoord werden?
Slide 16 - Open vraag
Kies uit en vervoeg (haben/sein):
Emma ..... starke Kopfschmerzen.
Slide 17 - Open vraag
Wat heeft het ezelsbruggete "Feesttenten" met de vervoeging van de zwakke werkwoorden te maken?
Slide 18 - Open vraag
Geef 4 werkwoorden in het Duits waar je IDEWIS FEESTTENTEN op toepast
Slide 19 - Open vraag
Leg in je eigen woorden de IDEWIS FEESTTENTEN- regel uit
Slide 20 - Open vraag
Leg in je eigen woorden de IDEWIS feesttenten regel uit bij werkwoorden eindigend in de stam op een -d/-t
Slide 21 - Open vraag
Leg in je eigen woorden de feesttenten regel uit bij werkwoorden eindigend in de stam op een -s /-x/-z
Slide 22 - Open vraag
ww vervoegen met feesttenten:
Thomas ___(machen) seine Hausaufgaben.
Slide 23 - Open vraag
ww vervoegen met feesttenten:
Meine Mutter ____(arbeiten) bei Ikea.
Slide 24 - Open vraag
ww vervoegen met feesttenten:
______(spielen) du Playstation?
Slide 25 - Open vraag
ww vervoegen met feesttenten:
______(tanzen) du HipHop?
Slide 26 - Open vraag
Naamvallen - Schema
Naamvallen
M
V
O
MV
1e
der
die
das
die
3e
4e
den
die
das
die
Slide 27 - Tekstslide
Naamvallen schema
ein- / kein-
mein-
dein-
sein- / ihr- / sein-
unser-
euer-
ihr-/ Ihr-
Je kiest het schema op basis van het lidwoord.
ein-Gruppe
der-Gruppe
d__
dies-
jed-
welch-
de/ het
deze
elke
welke
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Wat klopt voor ONZIJDIG 1e - 3e - 4e naamval?
A
das - den - das
B
ein - ein - einem
C
das - ein - das
D
ein - einem - ein
Slide 30 - Quizvraag
Gebruik het stappenplan van 1e en 4e naamval met zinsontleding.
Hier kommt ... Lehrer (m)
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 31 - Quizvraag
Gebruik het stappenplan van 1e en 4e naamval met zinsontleding.
Der Vater kauft d.. Tennisschläger (m)
A
der
B
die
C
das
D
den
Slide 32 - Quizvraag
1e of 4e naamval?
Ich möchte den Schokoladenkuchen probieren.
"Schokoladenkuchen"
A
1e
B
4e
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Nachbesprechung
Hoe vonden jullie het?
Nakijken van de opdrachten
Slide 35 - Tekstslide
Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
na mijn startsignaal: inpakken
zitten blijven tot de bel gaat- stil
dan: klaar :)
Slide 36 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Vraagwoorden en lidwoorden Duits
April 2024
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
P4T7_week26.2
Juni 2023
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatik Wiederholung II
Augustus 2022
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
zinsontleding der / ein gruppe + haben, sein werden in de verleden tijd
Juni 2023
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Haben, sein, idewis und feesttenten
November 2022
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3 h Gesundheit DU3 L1
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
Zinsontleding Kapitel 3 Lektion 1 2Havo
Maart 2023
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Duits
Secondary Education