Vergilius IV, 60-67

Aeneis IV, 60-67
bespreking
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aeneis IV, 60-67
bespreking

Slide 1 - Tekstslide

r.60 Ipsa tenens dextra pateram pulcherrima Dido
dextra congrueert met
A
ipsa
B
pateram
C
pulcherrima Dido
D
geen van drieën

Slide 2 - Quizvraag

r.60 Ipsa tenens dextra pateram pulcherrima Dido

dextra congrueert dus niet. In welke naamval staat het?
A
nom.ev.
B
abl.ev.
C
acc. mv.
D
nom.mv.

Slide 3 - Quizvraag

r.61 candentis vaccae media inter cornua fundit
Wie giet wat waarop?

Slide 4 - Open vraag

r.60-61 Ipsa tenens dextra pateram pulcherrima Dido
 candentis vaccae media inter cornua fundit, 
Terwijl de beeldschone Dido zelf met haar rechterhand de offerschaal vasthoudt, giet zij die leeg tussen de hoorns van een spierwitte koe.

Slide 5 - Tekstslide

- waarom speciaal een 'spierwitte koe'?

Slide 6 - Open vraag

r.62 aut ante ora deum pinguis spatiatur ad aras
pinguis congrueert met
A
ora
B
deum
C
aras
D
geen van drieën

Slide 7 - Quizvraag

r.62 aut ante ora deum pinguis spatiatur ad aras
Wat doet Dido hier concreet?
A
Ze maakt ruimte voor godenbeelden op de altaren
B
Ze loopt heen en weer langs altaren van verschillende goden

Slide 8 - Quizvraag

r. 63 instauratque diem donis
en ze hernieuwt de dag met geschenken -> ze offert op één dag meerdere keren
instaurare is eigenlijk een religieuze term die aangeeft dat een technische fout bij een offer hersteld wordt -> Dido is bang dat ze geen toestemming krijgt en doet daarom  haar offer steeds opnieuw, alsof ze het eerst fout heeft gedaan

Slide 9 - Tekstslide

r.63-64 pecudumque reclusis
pectoribus inhians spirantia consulit exta.
Je bent toeschouwer bij het offer: wat zie je concreet nu?

Slide 10 - Open vraag

r.63-64 pecudumque reclusis
 pectoribus inhians spirantia consulit exta.

en terwijl ze met open mond naar de geopende borst(kassen) van de dieren staart, raadpleegt ze de dampende / nog warme ingewanden. 

Slide 11 - Tekstslide

servis ridentibus pater intrat.
A
De slaaf lacht en vader komt binnen.
B
Terwijl de slaaf lacht komt vader binnen.
C
Terwijl de slaven lachen komt vader binnen.
D
terwijl de slaven lachen komt vader binnen.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Patre intrante omnes rident. Vertaalt u maar...

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

r.65-66 Quid vota furentem, quid delubra iuvant?
Wat helpen geloften, wat helpen tempels haar die buiten zinnen is? Dit noemen we een vertellerscommentaar. Wat bedoelt de dichter?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

r.65 Heu, vatum ignarae mentes!
Kan op twee manieren worden opgevat:
1) Ach, onwetende geesten van de offerschouwers -> de offerschouwers zien geen antwoord op wat Dido vraagt
2) Ach, geesten onwetend van (de kunst van) de offerschouwers -> Dido en Anna weten helemaal niet wat ze doen, waarnaar ze zoeken, zij zijn  niet opgeleid als vates

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Didone relicta ab Aeneas servi lacrimabant.
A
Toen Dido Aeneas verliet huilden de slaven.
B
Nadat Dido door Aeneas werd verlaten huilden de slaven.
C
Toen de slaven hadden gehuild werd Dido door Aeneas verlaten.
D
Nadat Dido door Aeneas was verlaten, huilden de slaven.

Slide 23 - Quizvraag

militibus necatis dux castra reliqiuit
vertaalt u maar.....

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide