Vertaling r. 600-606
600 Non potui abreptum divellere corpus et undis
spargere? Non socios, non ipsum absumere ferro
Ascanium patriisque epulandum ponere mensis?
Verum anceps pugnae fuerat fortuna. Fuisset:
quem metui moritura? Faces in castra tulissem
605 implessemque foros flammis natumque patremque
cum genere exstinxem, memet super ipsa dedissem.
Had ik niet het weggerukte lichaam uiteen kunnen scheuren en over de golven uitstrooien?
Had ik niet metgezellen, niet Ascanius zelf (moeten) vernietigen door een zwaard
Ascanius en te eten aanbieden op vaderlijke tafels?
Werkelijk was het einde van de strijd ongewis geweest. Laat dat zo geweest zijn/enfin:
Wie zou ik vrezen terwijl ik zou sterven? Ik had fakkels naar het legerkamp gedragen
En ik had gevuld gangboorden met vlammen en zoon en vader met zijn soort had ik uitgeroeid, mijzelf boven had ik (ook) gegeven