plaats/distributiebeleid hst 6

plaats/distributiebeleid 
hoofdstuk 6
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

plaats/distributiebeleid 
hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bedrijfskolom?
Een bedrijfskolom ....
A
... zijn de bedrijven waarmee een bedrijf handelt
B
...is de productieweg binnen een bedrijf
C
...zijn alle bedrijven die eenzelfde soort product maken
D
...geeft aan welke bedrijven in de productieweg van een product voorkomen

Slide 2 - Quizvraag

Bedrijfskolom
Maak de bedrijfskolom kloppend 
Chocoladefabriek
Supermarkt
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is een warenhuis?
A
Een winkel waar kleding verkocht wordt
B
Een winkel waar boeken verkocht worden
C
Een winkel waar eten verkocht wordt
D
een winkel waar je veel verschillende artikelen kunt kopen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een inkoopcombinatie ?
A
Een bedrijf dat producten inkoopt tijdelijk opslaat en door verkoopt
B
Een groep producenten die gezamenlijk produceert
C
Een groep winkels die gezamenlijk producten inkoopt

Slide 5 - Quizvraag

Welke distributie-intensiteit
is voor STËLZ
het meest gunstige?
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Directe distributie
D
Exclusieve distributie

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer de distributie van fabrikant-detailhandel-consument loopt noemen we dit...
A
Indirect lang distributiekanaal
B
Indirect kort distributiekanaal
C
Direct distributiekanaal

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een speciaalzaak?
A
Supermarkt
B
Juwelier
C
Ikea
D
Bouwmarkt

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke vorm van distributie-intensiteit past bij frisdrank
A
selectieve distributie
B
intensieve distributie
C
exclusieve distributie

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een hard franchise en een soft franchise?
A
Er zit weinig verschil in
B
Bij een soft franchise zijn de regels niet erg streng dus heeft de franchisenemer een bepaalde vrijheid.
C
Bij een soft franchise mag een franchise nemer niks zelf bepalen en bij een hard franchise wel.
D
Een hard franchisenemer verdiend meer geld

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke vorm van distributie-intensiteit past bij Bently
A
selectieve distributie
B
intensieve distributie
C
Exclusieve distributie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van webcare?
A
Het beveiligen van alle onlineactiviteiten
B
Het bewaken en opbouwen van de online reputatie
C
Het optimaliseren van de vindbaarheid van een site
D
Het toevoegen van een beleving aan de online verkoop

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een discounter ?
A
Action
B
Bijenkorf
C
Mac Donald
D
Perry sport

Slide 13 - Quizvraag

Een fabrikant wil een product uit een nadere branche gaan produceren. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?




A
Specialisatie
B
Pararellisatie
C
Differentiatie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een franchise?
A
Een eenmalige betaling voor het gebruik van een merknaam.
B
Een bedrijfsmodel waarbij een ondernemer een bestaand merk en concept gebruikt.
C
Een vorm van samenwerking tussen concurrenten.
D
Een bedrijfsmodel waarbij een ondernemer een nieuw merk en concept ontwikkelt.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een groothandel?
A
Een groot bedrijf
B
Een bedrijf dat in grote producten
C
Een bedrijf dat producten verkoopt aan winkels

Slide 16 - Quizvraag

Bij webcare gaat het alleen om klachten afhandelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Op de afbeelding staat een voorbeeld van ...
A
directe distributie
B
indirecte distributie

Slide 18 - Quizvraag

Een producent van mountainbikes gaat vanaf nu de frames inkopen.
Van welke beweging in de bedrijfstak is hier sprake?
A
Branchevervaging
B
Integratie
C
Specialisatie
D
Differentiatie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een affiliate shop?
A
De winkel doet aan gezamenlijke inkoop om kosten te besparen.
B
De fysieke winkel zorgt voor een optimale schapinrichting.
C
De winkel is optimaal afgestemd op andere verkoopkanalen
D
De winkel promoot andermans producten in ruil voor commissie

Slide 20 - Quizvraag

De collecterende handel heeft veel leveranciers en ..?.. afnemers!

A
Veel
B
Weinig

Slide 21 - Quizvraag

Wat is detailhandel
A
Een kledingwinkel
B
Winkels wat je eten kan kopen
C
Winkels die producten verkopen aan consumenten
D
Een plek waar consumenten producten kunnen verkopen.

Slide 22 - Quizvraag

Handelsbedrijven die kleine partijen opkopen en verkopen in grote partijen, noem je:
A
collecterende handel
B
distribuerende handel

Slide 23 - Quizvraag

(3.13) Coolblue heeft als doel een zeer hoge klantvriendelijkheid. Daarom reageert het bedrijf op alle berichten op social media die over Coolblue gaan terwijl nog geen klacht of vraag wordt gepost.
Waarvan is hier sprake?
A
Proactieve webcare
B
Reactieve webcare
C
Preventieve webcare

Slide 24 - Quizvraag

Een voorbeeld van deepselling is:
A
een big Mac menu
B
een extra large Coke
C
een Cheesburger
D
een patatje oorlog

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor een soort selling wordt hier toegepast?
A
deepselling
B
upselling
C
hardselling
D
hartselling

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een
voorbeeld upselling?
A
Een appeltaart verkopen bij een kop koffie.
B
Een grote cola verkopen i.p.v. een kleine.
C
Mayonaise verkopen bij een portie friet.
D
2 kleine flesjes water verkopen i.pv. een grote.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een
voorbeeld cross selling?
A
Een kop koffie verkopen bij een dessert.
B
Een grote cola verkopen i.p.v. een kleine.
C
Een kleine cola verkopen i.p.v. een grote

Slide 28 - Quizvraag

De Beijenkorf heeft het goed voor elkaar voor zijn klanten. De klant kan via verschillende kanalen zijn behoeften beantwoord krijgen. Hoe noemen we dit?
A
Single channel
B
Cross channel
C
Omnichannel
D
Multichannel

Slide 29 - Quizvraag

Een bedrijf heeft een winkel en een webshop. Product en prijs zijn níet gelijk in beide kanalen. Dat is:
A
Single channel
B
Multi channel
C
Omnichannel

Slide 30 - Quizvraag

Intensieve distributie
Selectieve distributie
Exclusieve distributie

Slide 31 - Sleepvraag

Welke vorm van channeling hoort bij de beschrijving?
De producten worden via één kanaal aangeboden aan de klant
De klant wordt bediend via meerdere verkoopkanalen.
Er kan georiënteerd worden in de webshop en de aankoop kan via een ander kanaal worden gedaan
Dit is het geïntegreerd aanbieden van producten via meerdere kanalen: fysiek en online
Omnichanneling
Single channeling
Multichanneling
Crosschanneling

Slide 32 - Sleepvraag