De mythe

Een klassieke mythe is een verhaal dat:
– goden, halfgoden of helden uit het verleden in de hoofdrol heeft
– behoort tot een bepaalde cultuur
– mondeling overgeleverd en pas later opgeschreven werd
– een gebruik in een cultuur, iets dat in de natuur voorkomt of het ontstaan van de wereld wil verklaren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een klassieke mythe is een verhaal dat:
– goden, halfgoden of helden uit het verleden in de hoofdrol heeft
– behoort tot een bepaalde cultuur
– mondeling overgeleverd en pas later opgeschreven werd
– een gebruik in een cultuur, iets dat in de natuur voorkomt of het ontstaan van de wereld wil verklaren

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen legenden - mythen - sagen en sprookjes -> episch met helden
- legende  = volksverhaal met een religieuze personage als protagonist
- mythe = volksverhaal met goden en mythische wezens
- sage = volksverhaal op een specifieke plek en tijd met angstaanjagende gebeurtenissen
- sprookje = volksverhaal op een onbepaalde plek en tijd met een gelukkige afloop 

Slide 2 - Tekstslide

Narcissus

Slide 3 - Tekstslide

Wie is de protagonist?
A
Narcissus
B
Hermes
C
Athene
D
Romeo

Slide 4 - Quizvraag

Wie is de Antagonist?
A
Tantalus
B
Godin Artemis
C
Achiles
D
Pandora

Slide 5 - Quizvraag

Waarom besluit Narcissus zichzelf te doden?

Slide 6 - Open vraag

Welk natuurfenomeen wordt verklaard door dit verhaal?

Slide 7 - Open vraag

Welke eigenschap wordt Narcissus fataal?
A
hooghartigheid
B
trots
C
ijdelheid
D
wraaklust

Slide 8 - Quizvraag

Welke kenmerken vertoont* Narcissus?
A
symphatie, openheid, ambitie en gulheid
B
gulzig, open en vriendelijk
C
eigen uiterlijk, de eigen persoonlijkheid, egoïsme, dominantie, ambitie en gebrek aan empathie.
D
egocentrisch, lui en dominant

Slide 9 - Quizvraag

wat is het vertelperspectief?
A
personele verteller - 1 persoon volgen
B
meervoudig perspectief - meerdere personen volgen
C
ik-perspectief
D
alwetende verteller - verteller is deel van het verhaal

Slide 10 - Quizvraag

Goed gedaan!

Slide 11 - Tekstslide