2324_M4_examentraining_functie inleiding_deel 1

2324_M4_examentraining_functie inleiding_deel 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2324_M4_examentraining_functie inleiding_deel 1

Slide 1 - Tekstslide

M4 CSE
Examentraining
  • Begrijpend lezen (tekst 1)
  • functie van de inleiding

Slide 2 - Tekstslide

Hoelang heb je voor je CE Leesvaardigheid?
A
90 minuten
B
120 minuten
C
150 minuten

Slide 3 - Quizvraag

Heb je meer vertrouwen in het onderdeel leesvaardigheid of schrijfvaardigheid?
A
Leesvaardigheid
B
Schrijfvaardigheid
C
In allebei niet
D
In allebei evenveel

Slide 4 - Quizvraag

Wat vind je bij leesvaardigheid lastig?
timer
0:20
A
meerkeuzevragen
B
citeer vragen
C
juist-onjuist vragen
D
open vragen

Slide 5 - Quizvraag

Bij leesvaardigheid moeten we de .... van de .... scheiden.
A
hoofdzaken / kern
B
hoofdzaken / bijzaken
C
kern / bijzaak
D
hoofdzaken / voorbeelden

Slide 6 - Quizvraag

Elke stad zijn wolkenkrabber (2009 II)
(1) Bijna elke week komt er een verdieping bij. Nog even en de
Boulevardtoren dichtbij het Enschedese stadshart nadert zijn
hoogste punt. Zijn negentig meter zal slechts een paar jaar de skyline van de voormalige textielstad in zijn eentje domineren. Als alles volgens plan verloopt, verrijst verderop een grotere broer van 120 meter. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Elke stad zijn wolkenkrabber' ingeleid?
A
met een korte geschiedenis over het onderwerp
B
met een korte samenvatting vooraf
C
met een mening van een deskundige over het onderwerp
D
met een voorbeeld van het onderwerp van de tekst

Slide 8 - Quizvraag

Op schoolkamp gaan er géén mobieltjes mee 
(2009 II tekst 4)
(1) Voor sommige ouders is het even schrikken als hun kind op schoolkamp gaat en het mobieltje thuis moet blijven. En de kinderen stappen met een ‘kaal’ gevoel de bus in, zo gewend zijn ze aan de voortdurende aanwezigheid. Toch zien steeds meer scholen er streng op toe dat de mobieltjes thuis blijven als de klas op kamp gaat. Er zijn zelfs scholen die de leerlingen
fouilleren voor vertrek.

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier probeert de schrijfster in de eerste alinea de aandacht van de lezer te trekken?
A
ze geeft haar eigen mening over het behandelde probleem
B
ze noemt een aantal kanten van het onderwerp van de tekst
C
ze vermeldt de aanleiding voor het schrijven van dit artikel
D
ze zet de belangrijkste conclusie van haar artikel voorop

Slide 10 - Quizvraag

Het muzikale brein
(1) Waarom galmt de één moeiteloos en zuiver een nummer met de radio mee en kan de ander toon noch maat houden? Is muzikaliteit aangeboren of is het toch vooral een kwestie van oefening? Volgens Henkjan Honing, muziekwetenschapper van de Universiteit van Amsterdam, is muzikaliteit meer dan het bespelen van een instru10 ment of het zuiver zingen van een lied. Er bestaat ook zoiets als muzikaliteit bij het luisteren naar muziek. Het kunnen onderscheiden van valse en zuivere muziek of het kunnen mee klappen op de maat telt ook als muzikaal. “Wij doen veel onderzoek naar muzikaliteit en het blijkt keer op keer dat mensen muzikaler zijn dan ze zelf denken.” 

Slide 11 - Tekstslide

De vraag
Het onderwerp van een tekst kan worden ingeleid door:
  1.  het centrale probleem van de schrijver van het artikel weer te geven;
  2. de mening van de schrijfster van het artikel te noemen;
  3. een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven;
  4. de aanleiding te noemen tot het schrijven van de tekst.

Hoe wordt het onderwerp van deze tekst in alinea 1 en 2 ingeleid?

Slide 12 - Tekstslide

Welke functies van de inleiding zijn op de eerste alinea van 'het muzikale brein' van toepassing?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
3 en 4
D
2 en 3

Slide 13 - Quizvraag

Verkeerschaos dreigt in het heelal (2011 I) tekst 1
(1) Kortgeleden beleefde de ruimte zijn eerste serieuze verkeersongeluk. Op ongeveer 800 kilometer boven Siberië kwamen een Amerikaanse en een  Russische communicatiesatelliet met elkaar in botsing. Volgens de ruimtevaartorganisatie NASA hebben niet eerder twee satellieten elkaar vol geraakt. De Amerikaanse Iridium 33 was  bij het leger in gebruik om verbindingen via satelliettelefoons tot stand te brengen. De Russische Kosmos 2251
satelliet, die in 1993 is gelanceerd, functioneerde al een tijdje niet meer en  zweefde rond als ruimteafval. Door de botsing zijn twee grote wolken van puin ontstaan. De brokstukken van deze satellieten kunnen weer tegen andere satellieten, raketten en  ruimtestations botsen, met alle gevolgen van dien. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Verkeerschaos dreigt in het heelal' ingeleid?
A
door de aandacht te trekken met een persoonlijke ervaring van de schrijver
B
door de bijzondere deskundigheid van de schrijver te laten blijken
C
door de directe aanleiding te noemen voor het schrijven van de tekst
D
door de mening van de schrijver over het onderwerp weer te geven

Slide 15 - Quizvraag

Spelend leren (2011 I) tekst 4
(1) Niets is zo onvoorspelbaar als het vak van brandweerman. Haal je de ene
dag voor de zoveelste keer een kat uit de boom, de volgende dag kan het zomaar gebeuren dat je voor het eerst in je leven op zoek moet naar overlevenden in een brandend pand. Hoe je een kat uit zijn benarde positie haalt, komt iedere brandweerman uit ervaring van zelf te weten. Maar het oefenen van een grootschalige reddingsoperatie in een brandend gebouw is moeilijk. Het bekijken van instructiefilms of het lezen van leerboeken biedt niet bepaald een goede voorbereiding op de moeilijke beslissingen die een brandweerman in zo’n levensbedreigende situatie moet nemen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Spelend leren' ingeleid?
A
door een belangrijke deskundige aan de lezer voor te stellen
B
door een belangrijke vraag te stellen
C
door een korte samenvatting te geven
D
door het probleem te schetsen dat in de tekst wordt behandeld

Slide 17 - Quizvraag

Keiharde disco voor de zeedieren (2011 II)
(1) Extra windmolens in de Noordzee moeten een duurzaam onderdeel zijn
van het kabinetsplan om de energiecrisis te bestrijden. Maar hoe reageert
de natuur op de installatie en de aanwezigheid van deze kolossen? Zo stil
als de zee vanaf het strand lijkt, zo druk is zij in werkelijkheid. Scheepvaart, marine, zeeflora en zeefauna,  pijpen en kabels: allemaal strijden ze om de ruimte. 

Slide 18 - Tekstslide

alinea 2
(2) De laatste jaren zijn het windmolenparken die zich nog tussen al deze bedrijvigheid dringen. Nu zijn het er  nog twee. Maar het ziet ernaar uit dat windmolenparken de komende jaren massaal in de Noordzee zullen verrijzen. Dat vinden voorstanders van duurzame energie waarschijnlijk erg prettig, maar hoe reageert het leven onder de zeespiegel op de windmolens? Onlangs waren onderzoekers bijeen op een congres om de eerste resultaten van hun onderzoeken in de openbaarheid te brengen. Daaruit viel te concluderen dat windmolens het leven onder water beïnvloeden. 

Slide 19 - Tekstslide

De vraag
Het onderwerp van een tekst kan worden ingeleid door:
  1.  de mening van de schrijfster van het artikel te noemen;
  2. een korte samenvatting vooraf te geven;
  3. een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst te geven;
  4. de aanleiding te noemen tot het schrijven van de tekst.
Hoe wordt het onderwerp van deze tekst in alinea 2 ingeleid?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'Keiharde disco voor zeedieren' ingeleid?
A
door 1 en 2
B
door 1 en 4
C
door 2 en 3
D
door 3 en 4

Slide 21 - Quizvraag

DomTom (2011 II) Tekst 4
(1) Stel je voor: je wacht met je fiets op een kruispunt voor het stoplicht. Daar
slaat de twijfel toe. Hier ben je toch ook op de heenweg langsgekomen?
Maar moet je hier al naar rechts om thuis te komen? Of eerst nog een
stukje rechtdoor en dan de volgende rechtsaf? Klinkt je dat bekend in de
oren? Dan ben je niet de enige. Want de weg kwijtraken, en als het goed is
weer terugvinden, hoort er nu eenmaal bij. Maar niet iedereen vindt de juiste
route op dezelfde manier. 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe leidt de schrijver in alinea 1 van de tekst 'DomTom' het onderwerp van de tekst in?
A
aan te geven voor welke groep lezers de tekst bedoeld is
B
een samenvatting van de rest van de tekst te geven
C
een situatie op te roepen waarin verdwalen een rol speelt
D
een voor de tekst belangrijke vraag stellen

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel natuur kan een mens aan? (2014 I)
(1) Er is een probleem met grote dieren. In Epe en andere dorpen op de Veluwe wroeten wilde zwijnen tuinen om en in Zandvoort zijn het damherten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen die de rozenstruiken van de omwonenden opeten en ongelukken veroorzaken. En dat alles, doordat het goed gaat met grote dieren in Nederland. “We hebben hun bedje gespreid”, zegt David Kleijn, ecoloog1) in Wageningen. “Herten, reeën, zwijnen, ganzen, kraanvogels, ze profiteren van de door de landbouw toegenomen voedselrijkdom. En natuurgebieden zijn groot genoeg geworden voor soorten die veel ruimte nodig hebben.” 

Slide 24 - Tekstslide

Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst 'Hoeveel natuur kan een mens aan?' ingeleid?
A
door een belangrijke vraag te stellen en een deskundige aan het woord te laten
B
door een korte geschiedenis en een samenvatting vooraf te geven
C
door voorbeelden te geven en een deskundige voor te stellen
D
door voorbeelden en een samenvatting vooraf te geven

Slide 25 - Quizvraag

De gelegenheid maakt de leugenaar (2015 II) Tekst 4
(1) We doen het allemaal zo'n twee keer per dag, maar herkennen het met moeite bij anderen: liegen. Wie een leugenaar probeert te ontmaskeren, let meestal op de verkeerde dingen. En… de gelegenheid maakt de leugenaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe wordt het onderwerp van de tekst 'De gelegenheid maakt de leugenaar' ingeleid?
In alinea 1 ...
A
worden enkele opvallende uitspraken gedaan
B
wordt de opbouw van de tekst geschetst
C
wordt een conclusie vooraf getrokken
D
wordt een samenvatting vooraf gegeven

Slide 27 - Quizvraag

De functie van de inleiding
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll