Herhaling



Herhaling leerstof 3.2 en 3.3 
Herhaling Toonaarden
Basiskennis akkoorden
Muzikale vormen: Basisvorm, Rondo
Klein overzicht van de muziekgeschiedenis
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuzieklabDeeltijds kunstonderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



Herhaling leerstof 3.2 en 3.3 
Herhaling Toonaarden
Basiskennis akkoorden
Muzikale vormen: Basisvorm, Rondo
Klein overzicht van de muziekgeschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Toonladders

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe vinden we de voortekening van een grote toonaard?

Slide 4 - Open vraag

Hoe vinden we de kleine toonaarden?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

stopwatch
00:00
La groot
Si Groot
Mi groot
4 #
3 #
5 #

Slide 7 - Sleepvraag

stopwatch
00:00
Mib groot
Si b Groot
Lab groot
4 b
3 b
2 b

Slide 8 - Sleepvraag

 De kleine toonaarden
De kleine toonladder ligt een kleine terts lager dan zijn paralelle grote toonladder.

Slide 9 - Tekstslide

Welke mineur en majeur toonladder horen samen en zijn dus paralleltoonladders?
Mib groot
Sol groot
Re groot
Do# groot
la # klein
si klein
do klein
mi klein

Slide 10 - Sleepvraag

Herhaling Akkoorden
Muzieklab 3.2 & 3.3

Slide 11 - Tekstslide

Akkoorden
  • Bestaat uit drie of meer tonen
  • Majeur akkoorden: vrolijk  vb. C 
  • Mineur akkoorden: verdrietig vb. Cm

Slide 12 - Tekstslide

Akkoorden opbouwen
Akkoord bestaat uit drie tonen of meer. 
Je pakt de tonen 1 + 3 + 5
C --> C - E - G
Vervolgens majeur of mineur maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Een majeur akkoord bouw je op door grondtoon + ... +...
A
1,5 + 2
B
2 + 1,5
C
1,5 + 1,5
D
2 + 2

Slide 14 - Quizvraag

Een mineur akkoord bouw je op door grondtoon + ... +...
A
1,5 + 2
B
2 + 1,5
C
1,5 + 1,5
D
2 + 2

Slide 15 - Quizvraag

Akkoord
Majeur akkoord: Grondtoon + 2  + 1,5
Mineur akkoord: Grondtoon + 1,5 + 2
 

Slide 16 - Tekstslide

Omkeringen akkoord
Je kunt de noten van het akkoord in een andere volgorde spelen. 
Grondligging: grondtoon is 
de laagste toon van akkoord. 

Slide 17 - Tekstslide

1e Omkering
De grondtoon wordt een octaaf hoger gespeeld. 

Slide 18 - Tekstslide

2e omkering
Wanneer de oorspronkelijke hoogste toon van een drieklank nu de laagste toon is, heet dat de 2e omkering.

Slide 19 - Tekstslide

Omkeringen in notenbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Welk akkoord is dit? 

Slide 21 - Tekstslide

Dominant septiemakkoord

Slide 22 - Tekstslide