T2 B7 en B8

Thema 2 Voeding en vertering
Leg op tafel:
schrift, boek, etui
op tafel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering
Leg op tafel:
schrift, boek, etui
op tafel

Slide 1 - Tekstslide

lesplan
T2 BS 7 uitleg 10 min
maken opdrachten 7 min
T2 BS 8 uitleg 5 min
Maken opdrachten  10 - 15 min.

Volgende les: werken aan PO opdracht
lesdoel:
  • Je kunt uitleggen dat minder vlees eten beter is voor de gezondheid en voor het milieu
  • Je kunt de informatie op verpakkingen van voedingsmiddelen verklaren
Huiswerk: 
Maken:
T 2 BS 7: opdracht 1, 2 en 3
T2 BS 8:  opdr. 1 en 2
Leren: T2 B 1 t/m 8 

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 7 Nadenken over eten

Slide 3 - Tekstslide

Nadenken over eten
  • In Nederland is voldoende voedsel, er hoeft geen honger te zijn
  • Om in leven te blijven is 7100 kJ per dag nodig
  • Bij zware arbeid minstens 14.000 kJ nodig
  • En er is 9450 kJ nodig voor normaal leven




Voldoende voedsel afhankelijk van:
  • klimaat / weersomstandigheden (bv neerslag)
  • landbouwmethoden (bv glastuinbouw in kassen)
  • vervoersmogelijkheden (bv verkeersnetwerk)

Slide 4 - Tekstslide

Eiwitten
Vlees is duur om te produceren:
  • land en voer nodig
  • grasland kun je voor iets anders gebruiken
  • alternatieven: wel rekening houden met voldoende eiwitten

Slide 5 - Tekstslide

Mensen die geen vlees eten
  • Vegetariërs: eten geen dieren
  • Veganisten: eten en gebruiken geen dierlijke producten (bv eieren, melk, leren schoenen, wol)
Redenen:
  • het geloof (bv geen varkensvlees)
  • respect voor dieren (dierenwelzijn)
  • zorg voor eigen gezondheid
  • zorg voor het milieu
  • de smaak
de prijs 
 
            zuurstof meer



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

In plaats van vlees:
  • peulvruchten
  • tahoe
  • kaas
  • eieren
  • vleesvervangers (vooral
  •  van soja gemaakt)


Wat er (naast eiwitten) extra veel in moet zitten:
IJzerzouten (bij planten neemt lichaam minder goed op). Vitamine B 
Vitamine B12 (komt bijna niet in planten voor)
wel in melk- en zuivelvervangers, denk dan aan vleesvervangers, soja en haver,melk



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Maak
T 2 BS 7: opdracht 1, 2 en 3
T2 BS8 Maak opdr. 1 en 2
timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide

Basisstof 8 Productinformatie

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt de informatie op verpakkingen van voedingsmiddelen verklaren



Slide 14 - Tekstslide

Productinformatie

Ingrediënten
  • Op volgorde van afnemende hoeveelheid
  • Additieven              E nummers
  • Voedingswaarde         per 100 gr of 100 ml


Slide 15 - Tekstslide

  • productinformatie : informatie over de inhoud van een voedingsmiddel
  • productiecode (partijcode): code die weergeeft waar en wanneer een product gemaakt is
  • estimate: Engels woord voor schatting en de betekenis van de letter ‘e’ op een verpakking
  • THT-datum: ten minste houdbaar tot-datum; tot en met die datum garandeert een fabrikant de kwaliteit van een product
  • TGT-datum: te gebruiken tot-datum; dit is de laatste dag waarop je een product nog veilig kunt eten of drinken
  •  bewaarvoorschrift: beschrijving waarin staat hoe je een product moet bewaren
  • ingrediënt
  • grondstof in een product
  • E-nummer: code die een additief krijgt als het geen gevaar oplevert voor de gezondheid
  • voedingswaarde: hoeveelheid energie, vetten, eiwitten, koolhydraten en zout die een product bevat 
  • ingrediënt: grondstof in een product
 
E-nummer
code die een additief krijgt als het geen gevaar oplevert voor de gezondheid
voedingswaarde
hoeveelheid energie, vetten, eiwitten, koolhydraten en zout die een product bevat
Inhoud











Slide 16 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
T2 BS8  Maak opdr. 1 en 2
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide