Oefentoets ecologie en duurzaamheid

Oefentoets ecologie en duurzaamheid
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

1. Een regenbui is een
abiotische factor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

2. Een van de oorzaken van de milieuproblemen is dat het aantal soorten planten en dieren afneemt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

3. De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

4. Bij parasitisme heeft de gastheer voordeel van de relatie met de parasiet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

5. Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

6. Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

7. Een edelhert behoort
tot de consumenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

8. Twee roodborstmannetjes strijden om een partner.
Dit is een voorbeeld van samenwerking

A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

9. Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

10. Als wolven de grens tussen Duitsland en Nederland oversteken, is dat een voorbeeld van herintroductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

11. Een alleseter is een dier dat alle soorten planten in zijn gebied eet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

12. Bacteriën en schimmels zijn
reducenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

13. De mens gebruikt aardolie uit het milieu als grondstof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

14. Bij precisielandbouw wordt precies de hoeveelheid gewas verbouwd die nodig is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

15. Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde 30 °C hoger zijn.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een Surinaamse klas is op excursie naar een zoetwaterplas. De leerlingen kijken wat er allemaal leeft in de plas en wie van wie leeft.

 
In de afbeelding  zijn enkele voedselrelaties schematisch weergegeven. 

Drie schakels, 1, 2 en 3, zijn in de afbeelding niet ingevuld.

Slide 17 - Tekstslide

16. Welk van de
volgende dieren
kan in schakel 3
thuishoren?
A
Een garnaal.
B
Een kaaimankrokodil.
C
Een waterkever.

Slide 18 - Quizvraag

17. Kikkervisjes eten alleen
de organismen die in
schakel 1 thuishoren.

Tot welke groep horen kikkervisjes
dus?
A
Tot de alleseters.
B
Tot de vleeseters.
C
Tot de planteneters.

Slide 19 - Quizvraag

18. Hieronder staan drie beweringen over klimaatverandering.
1 Door de stijging van de temperatuur op aarde ontstaat een klimaatverandering.
2 Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel.
3 Door klimaatverandering worden woestijnen groter.

Welke van deze beweringen is, of zijn juist?


A
beweringen 1 en 2.
B
beweringen 1 en 3.
C
beweringen 2 en 3.
D
De beweringen 1, 2 en 3.

Slide 20 - Quizvraag

De temperatuur van het zeewater is al jaren aan het stijgen.

19. Wat kan een oorzaak zijn voor de stijging van de temperatuur van het zeewater?

A
Een stijging van de zeewaterspiegel in de oceanen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer.
C
Een toename van het gebruik van duurzame energie.

Slide 21 - Quizvraag

20. Vier leerlingen noemen een voorbeeld van een ecosysteem.
Leerling 1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
Leerling 2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de planten
Leerling 3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
Leerling 4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.
Welke leerling geeft een juist voorbeeld van een ecosysteem?
A
Leerling 1
B
Leerling 2
C
Leerling 3
D
Leerling 4

Slide 22 - Quizvraag

21. In ons land wordt elk jaar zo'n 4,3 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd.
Het afval kan in vijf groepen worden ingedeeld:
1 groente-, fruit- en tuinafval,
2 glas,
3 plastic,
4 metaal,
5 papier.

Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?
A
alleen 1
B
alleen 1 en 5
C
alleen 1, 4 en 5
D
alleen 2, 3, 5

Slide 23 - Quizvraag

22. Hoe wordt de verzameling van
alle organismen in een vijver
genoemd?
A
Een levensgemeenschap.
B
Een ecosysteem.
C
Een populatie.

Slide 24 - Quizvraag

23. Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle insecten in een bos.
B
De begroeiing op een heideveld.
C
Een paard met een veulen in een weiland.
D
Alle madeliefjes in een weiland.

Slide 25 - Quizvraag

 Deze tekst en afbeelding horen bij de vragen 24 en 25.


      De Baarnse
Emily-Jane Lowe (34) neemt het op tegen de weggooimaatschappij. Ze droomt ervan
een winkel te openen waar alles onverpakt te koop is. In het begin 'voelde het
wel een beetje raar' om met haar katoenen tasjes, doosjes en glazen potjes
boodschappen te gaan doen. Maar inmiddels is het heel gewoon geworden voor Emily-Jane
om met een zelfgemaakte broodtas naar de bakker te lopen en haar koffiebus te
laten vullen bij het koffiewinkeltje. Marktkooplui vullen haar potjes met
abrikozen, noten en olijven alsof ze nooit anders hebben gedaan.



 



      Afval scheiden
deed Emily Lowe natuurlijk allang: glas gaat in de glasbak, groente- en
fruitafval en papier worden apart opgehaald. Maar, gedreven door haar passie
voor natuur en milieu, wilde ze meer: niet alleen het boeltje keurig scheiden
maar liefst zo min mogelijk troep produceren. ‘Ik streef naar een leven zónder
afval.’



      ‘Het begint met
verpakking weigeren. Plastic kun je natuurlijk beter inzamelen en recyclen dan
weggooien, maar dan nog is dat niet milieuvriendelijk. Waarom zit een bos
wortels in plastic verpakt?
Hoe vies kunnen ze zijn? Tomaten, fruit: ook
verpakt. Waarom?
Groenten en fruit horen niet verpakt te zijn.’



      (bewerkt
naar een artikel in Trouw van 29-04-2014)

Slide 26 - Tekstslide

24. Leg uit dat het gebruik van plastic niet milieuvriendelijk is, ook al wordt het hergebruikt of gerecycled.

Slide 27 - Open vraag

25. Emily-Jane gebruikt tasjes van bijenwasdoek (katoen, ingesmeerd met bijenwas) in plaats van plastic tasjes om bijvoorbeeld brood of groente te vervoeren.
Wat is het voordeel daarvan voor het milieu?

Slide 28 - Open vraag

26. In de afbeelding zie je twee briefjes
met zinnen over de boa constrictor.
Schrijf van beide briefjes op of de zinnen
gaan over een populatie of een
levensgemeenschap. Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open vraag

Op Aruba komt de boa constrictor voor. 
De
boa constrictor eet vogels.
Je ziet in vier schema’s hoe de populatiegrootte van boa’s en de populatiegrootte van vogels elkaar beïnvloeden. zet bij elk schema de juiste tekst. 

– evenwicht tussen boa’s en vogels;
– weinig boa’s, toename vogels;
– weinig vogels, afname boa’s.

klik verder voor de sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

evenwicht tussen boa's en vogels
weinig boa’s, toename vogels;
weinig vogels, afname boa's 

Slide 31 - Sleepvraag

27. In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel
edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om
het aantal edelherten en runderen te verminderen.
Welk effect heeft het invoeren van wolven op de
plantengroei in de Oostvaardersplassen?

Slide 32 - Open vraag