2K PW thema 6 Ecologie X

Ecologie 2e klas

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ecologie 2e klas

Slide 1 - Tekstslide

2. Een van de oorzaken van de milieuproblemen is dat het aantal soorten planten en dieren afneemt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

3. De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

4. Bij parasitisme heeft de gastheer voordeel van de relatie met de parasiet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

5. Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

6. Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

7. Een edelhert behoort
tot de consumenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

8. Twee roodborstmannetjes strijden om een partner.
Dit is een voorbeeld van samenwerking

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

10. Als wolven de grens tussen Duitsland en Nederland oversteken, is dat een voorbeeld van herintroductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

11. Een alleseter is een dier dat alle soorten planten in zijn gebied eet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

12. Bacteriën en schimmels zijn
reducenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

13. De mens gebruikt aardolie uit het milieu als grondstof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

15. Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde 30 °C hoger zijn.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een Surinaamse klas is op excursie naar een zoetwaterplas. De leerlingen kijken wat er allemaal leeft in de plas en wie van wie leeft.

 
In de afbeelding  zijn enkele voedselrelaties schematisch weergegeven. 

Drie schakels, 1, 2 en 3, zijn in de afbeelding niet ingevuld.

Slide 14 - Tekstslide

16. Welk van de
volgende dieren
kan in schakel 3
thuishoren?
A
Een garnaal.
B
Een kaaimankrokodil.
C
Een waterkever.

Slide 15 - Quizvraag

17. Kikkervisjes eten alleen
de organismen die in
schakel 1 thuishoren.

Tot welke groep horen kikkervisjes
dus?
A
Tot de alleseters.
B
Tot de vleeseters.
C
Tot de planteneters.

Slide 16 - Quizvraag

18. Hieronder staan drie beweringen over klimaatverandering.
1 Door de stijging van de temperatuur op aarde ontstaat een klimaatverandering.
2 Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel.
3 Door klimaatverandering worden woestijnen groter.

Welke van deze beweringen is, of zijn juist?


A
beweringen 1 en 2.
B
beweringen 1 en 3.
C
beweringen 2 en 3.
D
De beweringen 1, 2 en 3.

Slide 17 - Quizvraag

De temperatuur van het zeewater is al jaren aan het stijgen.

19. Wat kan een oorzaak zijn voor de stijging van de temperatuur van het zeewater?

A
Een stijging van de zeewaterspiegel in de oceanen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer.
C
Een toename van het gebruik van duurzame energie.

Slide 18 - Quizvraag

21. In ons land wordt elk jaar zo'n 4,3 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd.
Het afval kan in vijf groepen worden ingedeeld:
1 groente-, fruit- en tuinafval,
2 glas,
3 plastic,
4 metaal,
5 papier.

Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?
A
alleen 1
B
alleen 1 en 5
C
alleen 1, 4 en 5
D
alleen 2, 3, 5

Slide 19 - Quizvraag

22. Hoe wordt de verzameling van
alle organismen in een vijver
genoemd?
A
Een levensgemeenschap.
B
Een ecosysteem.
C
Een populatie.

Slide 20 - Quizvraag

23. Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?
A
Alle insecten in een bos.
B
De begroeiing op een heideveld.
C
Een paard met een veulen in een weiland.
D
Alle madeliefjes in een weiland.

Slide 21 - Quizvraag

Deze tekst en afbeelding horen bij vraag 24  
De impala leeft in Afrika in gebieden met grasland en acaciabomen.
 Impala’s leven in groepen die bestaan uit een mannetje met vrouwtjes en jongen. 
Ze eten planten zoals bladeren van acacia’s en gras. 
Ze moeten voortdurend 
opletten omdat ze een prooi
zijn voor bijvoorbeeld 
leeuwen en luipaarden. 


Slide 22 - Tekstslide

 Deze tekst en afbeelding horen bij de vragen 25 en 26.


      De Baarnse
Emily-Jane Lowe (34) neemt het op tegen de weggooimaatschappij. Ze droomt ervan
een winkel te openen waar alles onverpakt te koop is. In het begin 'voelde het
wel een beetje raar' om met haar katoenen tasjes, doosjes en glazen potjes
boodschappen te gaan doen. Maar inmiddels is het heel gewoon geworden voor Emily-Jane
om met een zelfgemaakte broodtas naar de bakker te lopen en haar koffiebus te
laten vullen bij het koffiewinkeltje. Marktkooplui vullen haar potjes met
abrikozen, noten en olijven alsof ze nooit anders hebben gedaan.



 



      Afval scheiden
deed Emily Lowe natuurlijk allang: glas gaat in de glasbak, groente- en
fruitafval en papier worden apart opgehaald. Maar, gedreven door haar passie
voor natuur en milieu, wilde ze meer: niet alleen het boeltje keurig scheiden
maar liefst zo min mogelijk troep produceren. ‘Ik streef naar een leven zónder
afval.’



      ‘Het begint met
verpakking weigeren. Plastic kun je natuurlijk beter inzamelen en recyclen dan
weggooien, maar dan nog is dat niet milieuvriendelijk. Waarom zit een bos
wortels in plastic verpakt?
Hoe vies kunnen ze zijn? Tomaten, fruit: ook
verpakt. Waarom?
Groenten en fruit horen niet verpakt te zijn.’



      (bewerkt
naar een artikel in Trouw van 29-04-2014)

Slide 23 - Tekstslide

25. Leg uit dat het gebruik van plastic niet milieuvriendelijk is, ook al wordt het hergebruikt of gerecycled.

Slide 24 - Open vraag

26. Emily-Jane gebruikt tasjes van bijenwasdoek (katoen, ingesmeerd met bijenwas) in plaats van plastic tasjes om bijvoorbeeld brood of groente te vervoeren.
Wat is het voordeel daarvan voor het milieu?

Slide 25 - Open vraag

27. In de afbeelding zie je twee briefjes
met zinnen over de boa constrictor.
Schrijf van beide briefjes op of de zinnen
gaan over een populatie of een
levensgemeenschap. Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Op Aruba komt de boa constrictor voor. 
De
boa constrictor eet vogels.
Je ziet in vier schema’s hoe de populatiegrootte van boa’s en de populatiegrootte van vogels elkaar beïnvloeden. zet bij elk schema de juiste tekst. 

– evenwicht tussen boa’s en vogels;
– weinig boa’s, toename vogels;
– weinig vogels, afname boa’s.

klik verder voor de sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

evenwicht tussen boa's en vogels
weinig boa’s, toename vogels;
weinig vogels, afname boa's 

Slide 28 - Sleepvraag

klik verder

Slide 29 - Tekstslide

28. In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel
edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om
het aantal edelherten en runderen te verminderen.
Welk effect heeft het invoeren van wolven op de
plantengroei in de Oostvaardersplassen?

Slide 30 - Open vraag