20230306 Maandag

Maandag 6 maart 2023
Goedemorgen!
Lever je mobiel in.
Pak jouw chromebook.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Maandag 6 maart 2023
Goedemorgen!
Lever je mobiel in.
Pak jouw chromebook.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

OCHTEND

08.15 - 08.45 Inloop / Jeugdjournaal
08.45 - 10.00 WISKUNDE
                         TOETS H5
10.00 - 10.15 PAUZE
10.15 - 11.15 BIOLOGIE
11.15 - 12.00 GYM
12.00 - 12.30 PAUZE
MIDDAG

12.30 - 13.15 MENS&MAATSCHAPPIJ
                      TOETS ECONOMIE H1
13.15 - 13.45 SOVA
14.00 - 14.15 KEUZE

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

WISKUNDE
TOETS H5

Slide 5 - Tekstslide

BIOLOGIE

Slide 6 - Tekstslide

Thema 4 Bloedsomloop
Leerdoel:
BK  Na deze les kan ik beschrijven hoe het hart het bloed door het lichaam pompt.

TL Na deze les kan ik 

Slide 7 - Tekstslide

1 De hartkleppen zijn open. Het bloed stroomt van de boezems naar de kamers.
2 De hartkleppen zijn dicht. Het bloed kan niet terugstromen in de boezems.
Afb. 7 Werking van de hartkleppen
Hartkleppen
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen. Als de hartkleppen dichtgaan, kan het bloed niet terugstromen in de boezems. Dit zie je in afbeelding 7.

Slide 8 - Tekstslide

1 De halvemaanvormige kleppen zijn open. Het bloed stroomt van de kamers naar de aorta en de longslagader.
2 De halvemaanvormige kleppen zijn dicht. Het bloed kan niet terugstromen van de slagaders naar de kamers.
Afb. 8 Werking van de halvemaanvormige kleppen
Halvemaanvormige kleppen
In de aorta en in de longslagader zitten ook kleppen. Deze kleppen lijken op een halve maan. Daarom heten ze halvemaanvormige kleppen. Door deze kleppen kan het bloed niet terugstromen naar de kamers (zie afbeelding 8).

Slide 9 - Tekstslide

Thema 4 Bloed §4.1 Bloedsomloop
Maken
BK §4.4  Het hart Opdrachten 6 t/m 9

Slide 10 - Tekstslide

Thema 4 Bloedsomloop
Leerdoel:
TL Na deze les kan ik de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 11 - Tekstslide

Uitscheiding
Afvalstoffen moeten uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd. Dat proces noemen biologen uitscheiding. Uitscheiding vindt plaats in verschillende organen. Koolstofdioxide wordt bijvoorbeeld uitgescheiden door de longen. De meeste andere afvalstoffen worden uitgescheiden door de nieren. Die halen de afvalstoffen uit het bloed en maken er urine van. De urine plas je uit, waarmee de afvalstoffen uit je lichaam verdwijnen.

Slide 12 - Tekstslide

Nieren
De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif (zie afbeelding 1). Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren. Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.

Slide 13 - Tekstslide

Urine
Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken (zie afbeelding 2). Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen. Al deze stoffen samen heten urine.
In de nierbekkens wordt de urine verzameld. Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas (zie afbeelding 3). In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.

Slide 14 - Tekstslide

Thema 4 Bloed §4.1 Bloedsomloop
Maken
TL §4.4 Uitscheiding maken: Opdrachten 1 t/m 4

Slide 15 - Tekstslide

MENS & MAATSCHAPPIJ
ECONOMIE
TOETS HOOFDSTUK 1

Slide 16 - Tekstslide

KEUZE

Slide 17 - Tekstslide