Topclass stressmanagement en welzijn 16 december 2024

Mentale verhalen: 
Topclass stressmanagement en welzijn
16 december 2024
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Mentale verhalen: 
Topclass stressmanagement en welzijn
16 december 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij deze afbeelding?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Laat dia 2 t/m 4 zien met verschillende foto’s die spanning/emoties op zouden kunnen roepen bij de studenten. Dit kan voor iedere student verschillend zijn.
Vraag per foto aan de student om de pagina met de voor hen passende emoji te kiezen.

Bespreek dit per foto na door aan een paar studenten te vragen waarom ze voor deze emoji kiezen bij deze foto
En welk gevoel roept dit schilderij op?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke emotie roept dit bij je op?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Troost toen en nu
Vincent wist al eerder dat je niet alleen in kunst, maar ook in de natuur rust en troost kunt vinden. Toen hij nog in Den Haag woonde, in 1882, schreef hij:  'Wat kan het een mens goed doen als men somber gestemd is aan ’t kale strand te wandelen en te kijken in de grijsgroene zee met de lange witte strepen der golven.'
En dat is tijdloos: kunst en natuur kunnen nog altijd een positieve bijdrage leveren aan mentale gezondheid.
Word je rustig van dit beeld of niet?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spannend vind je deze afbeelding?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Vincents stemming in dit portret volgens jou?

Slide 7 - Woordweb

Werkvorm: studenten kunnen individueel hun antwoord geven via hun device of door hun hand op te steken. 
Bespreek de antwoorden. Laat leerlingen onderbouwen hoe ze tot hun antwoord kwamen. Stel de vraag: waaraan zie je dat Vincent ... stemming heeft? (denk bijv. aan de stand van zijn ogen, zijn mond, zijn houding, maar ook kleurgebruik. Er is geen goed of fout.
Wat voel je als je dit ziet?

πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 8 - Poll

Iedereen ervaart situaties anders op basis van persoonlijke achtergrond, kennis en emoties.

Sommige mensen zien dit als een gevaarlijke hond, andere mensen hebben er juist positieve ervaringen mee.

Spanning: wat is dat voor jou?
3 min - Schrijf voor jezelf op (of type op je telefoon)

In welke situaties ervaar je spanning?



timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning: wat is dat voor jou?
Bespreek in groepjes van 4, één van je spanningsmomenten.
Zorg dat iedereen aan het woord komt.

1. Wat zijn je gevoelens EN gedachten op dat moment?
Bijv. Angst, Zenuwachtigheid, Onzekerheid, Stress, Irritatie, Onrust, Bezorgdheid, Druk, Paniek, Frustratie, Teleurstelling, Verdriet, iets anders?

2. Voel je dan spanning in je lichaam, zo ja hoe en waar?  


timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Verdeel de studenten in groepjes van 4 (of laat ze dat zelf doen)
Ieder groepje bespreekt de vragen:
  • In welke situatie(s) ervaar jij spanning?
  • Wat zijn je gedachten op dat moment?
  • Voel je dan spanning in je lichaam? Zo ja hoe en waar?
Laat uit iedere groepje 1 student een korte terugkoppeling geven van de antwoorden die in het groepje zijn besproken. 
Oefening met de ballon:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voelde je je toen je de handen in de lucht deed? Voeg een smiley toe

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dramadriehoek & Succesdriehoek; 

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit welke rollen je (onbewust) kunt aannemen als je in een situatie zit waarvoor je spanning ervaart. Leg de rollen uit de succesdriehoek uit en daarna de rollen in de dramadriehoek.
Laat de studenten in hun groepje van 4 bespreken welke rollen zij aannemen in de situaties die zij in de vorige opdracht hebben besproken. Ze kunnen ook bespreken welke rollen zij bij (willekeurige) andere personen zien.
 
Hulp bij een dip
In tijden dat Vincent zich mentaal niet goed voelde, zocht hij meestal zelf al hulp. Soms werd dat vΓ³Γ³r hem gedaan.
Als de hulp niet goed werkte, besprak hij met familie en vrienden de andere mogelijkheden.
Welke rol herken je bij jezelf bij spanning?
-aanklager
-redder
-slachtoffer

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mentale verhalen: Stress en studiedruk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervaar jij wel eens stress of studiedruk?
Ja
nee

Slide 16 - Poll

Laat studenten deze vraag voor zichzelf beantwoorden. 
Daarna: check in duo's. 
De stresscurve

Slide 17 - Tekstslide

Voor de les print je de spanningscurve op A3 formaat uit. Dit hang je op op een centrale plek in de ruimte. 

https://trabel.nl/wp-content/uploads/2020/08/prestatie-stressniveau.png
Onderspanning, optimale spanning en overspanning:
  • Te weinig spanning maakt je onoplettend en minder bewust (links).
  • Een beetje spanning houdt je alert en geconcentreerd (geel).
  • Te veel spanning veroorzaakt stress en kan leiden tot paniekaanvallen (rood).


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:
  1. Schrijf voorbeelden van situaties op waarin jij je herkent op post-its.
  2. Plak deze op de juiste plek  in de curve.
  3. Je mag zoveel post it's plakken als je wil. 
  4. Bedenk in ieder geval 1 situatie bij onderspanning, optimale spanning en overspanning

Slide 19 - Tekstslide

Laat ze de post it met de situatie van de onderspanning aan de linkerkant van de curve plakken, de post it met de situatie van de optimale spanning aan de bovenkant en de post it met de situatie van de overspanning aan de rechterkant.
Benoem daarna welke voorbeelden er zijn gegeven bij onderspanning, optimale spanning en overspanning en benoem dat dit per persoon anders kan worden ervaren. 
Wat doe je bij...


Onderspanning: 

  • fysieke inspanning, 
  • self-talk (trigger words) 
  • aandacht richten
  •  juist gezelschap kiezen 
  • muziek
  • [VUL AAN]
Wat doe je bij ...


Overspanning; 

  • ademhaling 
  • spierontspanning 
  • geruststellende gedachten visualisatie 
  • je aandacht richten op je taak
  • [VUL AAN]

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken je hersenen bij stress?

Slide 22 - Tekstslide

Leg aan de hand van dia 21 en 22 uit wat het reptielenbrein, zoogdierenbrein en denkend brein is. Leg uit dat bij stress/spannende situaties het denkend brein niet meer goed functioneert (bv. Black out). En bij veel gebruik van alcohol en drugs schakelt je brein terug van je denkend brein naar je zoogdierenbrein Bij coma zuipen doet alleen je reptielenbrein het nog. 
3-lagen brein (theorie van Mc Lean)
Het reptielenbrein regelt basislevensfuncties zoals ademhaling en hartslag, evenals instincten, zonder emoties.

Het emotionele brein, of het zoogdierenbrein, beheert onze emoties en maakt inschattingen van situaties als veilig of gevaarlijk.

Ons denkende en intuΓ―tieve brein, het mensenbrein, stelt ons in staat om te denken en intuΓ―tief informatie te verwerken en te combineren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spannende verhalen tijd
Vertel in 1 minuut per persoon een verhaal over een moment waarop je echt gespannen was. Het kan alles zijn, van een spreekbeurt tot een spannend sportmoment. Wat deed je toen?

Na elk verhaal, bespreek als groep in welke modus je zat:
 - Vechtmodus: Werd je super vastberaden om het probleem aan te pakken?
-  Vluchtmodus: Kreeg je zin om te rennen en je te verstoppen?
-  Bevriesmodus: Stond je helemaal stil, als een hert in de koplampen?

Beslis samen of je in je denkende brein (plannenmaker), je emotionele brein (gevoelswereld), of je reptielenbrein (instinctoverleving) zat. Schrijf dit op.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spannende verhalen tijd
Je hebt nu 4 verhalen gehoord.... 

Brainstorm nu over coole, creatieve manieren om uit die spanning te komen. Misschien is het ademhalingsoefeningen doen, muziek luisteren of een snelle sprint.

Schrijf 4 tips op een post-it en geef deze aan de docent.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen bij overspanning?
Ademhaling:
Ademhaling en hartritme zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer je inademt versnelt je hartfrequentie en wanneer je uitademt vertraagt het. 

Visualisatie
Gedachten controle

Slide 26 - Tekstslide

Dia 25 en 26 geven weer wat je kunt doen om terug te komen naar je denkend brein. 

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Situatie:
Stel je voor;
Je gaat morgen na je laatste les naar het terras. 
Je hebt afgesproken met een paar vrienden.
Je drinkt net iets te veel maar het is wel heel gezellig.
Als je naar het toilet wil gaan zoek je naar je telefoon. Je kunt het niet vinden..... Je vraagt je af of je je telefoon wel hebt meegenomen van school en wanneer je het laatst op je telefoon hebt gekeken. Je weet het niet meer............

Slide 28 - Tekstslide

Dia 27 is bedoeld om de spanning na te bootsen en de hartslag hoger te krijgen
Ademhalingsoefening:
1.  Meet je hartfrequentie door 15 seconden je hartslag te tellen. Dit doe je x 4. Schrijf dit op.
2. Ga goed zitten, zet je voeten op de grond, kijk naar 1 punt of sluit je ogen en leg je handen op je buik.
3. Adem 5 minuten naar je buik. Adem kort in en zo lang mogelijk uit.
4. Meet opnieuw je hartfrequentie. Vergelijk de resultaten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 minuten

Slide 30 - Tekstslide

oe het licht uit, laat ze de voeten op de grond zetten, handen op de buik. Normaal inademen en zo lang mogelijk naar de buik uitademen. Ogen dicht of staren naar 1 punt. Niet praten!
Zet dia 24 aan met de wekker van 5 minuten.
Laat de studenten nog niet praten en vraag ze om opnieuw hun hartslag 1 minuut te meten.
Bespreek hoe ze de oefening hebben ervaren. Was het lastig om stil te zijn, te ademen? Was de hartslag lager? Of hoger? Vraag dan of ze ergens aan dachten.  
Voordelen van de ademhalingsoefening:
  • Plotselinge stijging van adrenaline wordt voorkomen (kost veel energie)
  • De aanmaak van destructieve hormonen die onze weerstand verzwakken wordt gestopt
  • Chaotische signalen van het hart naar het brein die het denkvermogen aantasten worden gestopt
  • Het helpt helderheid en focus te houden
  • Het bevordert een efficiΓ«nt gebruik van onze energie. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visualisatie oefening
Wist je dat ons brein het verschil niet ziet tussen dingen die we ons voorstellen en dingen die echt gebeuren? Interessant, toch? 

Als je dus in gedachten iets heel rustgevends beleeft, kan je lichaam reageren alsof het echt zo is. Hierdoor kan je brein je lichaam helpen om in een staat van rust en herstel te komen, wat een gevoel van ontspanning teweegbrengt. Dit is eigenlijk alsof we een verborgen knop voor ontspanning in ons hoofd hebben!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visualisatie:
  1. Visualisatie van een fijne situatie (door docent)
  2. Doe je ogen dicht. Stel je nu een situatie voor die bij jou spanning oproept bv. een examen. 
  3. Probeer het gevoel dat je hebt te vervangen door het gevoel dat je had bij de fijne situatie.
  4. Bespreek je ervaring in tweetallen.

Slide 33 - Tekstslide

Visualisatie oefening;
Ga apart zitten. Sluit je ogen. Zet je voeten op de grond.
Adem rustig in en uit en sluit je ogen.
Je bent op vakantie op Bonaire. Je loopt naar het strand. Het is ongeveer 30 graden, de zon schijnt volop. Er is een zacht windje. Je loopt over een schelpenpaadje naar het strand. Je kunt de zee al ruiken. Aan het eind van het paadje zie je in de verte de zee. De zee is rustig en je kunt heel ver kijken. Je ziet het mooie witte strand en je voelt dat je voeten het warme zand aanraken.
Je zoekt een plekje. Bedenk wat je gaat doen. Ga je je handdoek uitrollen en erop zitten of liggen, ga je naar de verhuur van de relaxte strandbedden? Of neem je gelijk een duik in de zee? Of doe je iets anders?
Het weer is precies zoals jij dat prettig vindt. Kijk om je heen en laat alles om je heen gewoon gebeuren. Hoor je de branding? Kun je de zee ruiken?
Ga even helemaal op in deze omgeving en ervaar alles wat er om je heen gebeurt. Ervaar ook hoe ontspannen jij je hier voelt.
Als je klaar bent om weer terug te komen van het strand, wordt je dan langzaam bewust van je eigen omgeving. Luister of je geluiden hoort en beweeg je lichaam een klein beetje. Als je daar klaar voor bent, open je je ogen weer. 
Gedachten controle:
Je kunt je lichamelijk prima voelen, ontspannen zijn, en de juiste beelden hebben, maar één verkeerde gedachte kan stress oproepen.
Gedachten en gevoelens zijn erg belangrijk voor je prestaties. 
Je kunt leren belemmerende gedachten om te buigen naar helpende gedachten (reframing)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Benoem belemmerende gedachten en helpende gedachten met voorbeelden op gevoel, gedrag en gevolg. 
Oefening gedachten controle:
Het is niet zozeer de gebeurtenis zelf die je uit balans brengt, maar meer de gedachten die je erover hebt. 

Deze gedachten kunnen belemmerend of juist niet helpend zijn. 

Bijvoorbeeld, een gedachte over een examen kan angst oproepen, wat weer leidt tot angstig gedrag.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening gedachten controle:
Oefening: Neem het voorbeeld van een examen. 
  • Welke gedachten komen bij je op bij het denken aan een examen? 
  • Zijn deze gedachten belemmerend of juist helpend? 
  • Welke woorden gebruik je in deze gedachten? 
  • Probeer gedachten die beginnen met 'ik moet' of 'ik mag niet' te vervangen door 'ik ga het proberen' of 'ik ga het doen'. 

Doe deze oefening ook eens met een andere situatie en bespreek het in tweetallen. Hoe veranderen je gevoelens bij het aanpassen van je woorden?

Slide 37 - Tekstslide

laat de studenten in tweetallen oefenen om een situatie te bedenken, hun gedachten aan elkaar te vertellen en te laten bespreken of dit belemmerende of helpende gedachten zijn. 
Wat helpt jou wanneer je in een
dip zit?

Slide 38 - Open vraag

Werkvorm: check in duo's.
Copings mechanismen:
Je hebt misschien gemerkt dat je vaak op dezelfde manier reageert, ongeacht de situatie. Dit komt omdat je een bepaalde manier hebt ontwikkeld om met dingen om te gaan, je eigen copingmechanisme. 

Herken hoe jij reageert: vlucht je, vecht je, bevries je, ontken je wat er gebeurt, of gebruik je humor om ermee om te gaan?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je er achter
of iemand jouw hulp
kan gebruiken?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu nog vragen? --> Vul ze in!
Straks nog vragen? --> toptraject@rocvantwente.nl

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies