Les 5 - bijvoeglijke bepaling

Vandaag 24 mei
  • Lesdoelen van de dag
  • Start opdracht
  • Uitleg bijvoeglijke bepaling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 24 mei
  • Lesdoelen van de dag
  • Start opdracht
  • Uitleg bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
- Werkwoordelijk gezegde/ Naamwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Voorzetsel voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling

- Je kunt een bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen en weet dat het onderdeel is van een zinsdeelstuk.



Slide 2 - Tekstslide

Verdeel de zin in zinsdelen:
1 De eigenaar heeft de boete na de rechtszitting betaald.

Slide 3 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen:
2 De boze eigenaar heeft de hoge boete na de rechtszitting betaald.

Slide 4 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen:
3 De boze eigenaar van de sportauto heeft de hoge boete voor de snelheidsovertreding na de rechtszitting betaald.

Slide 5 - Open vraag

Wat valt je op?
1 De eigenaar | heeft | de boete | na de rechtszitting | betaald.
2 De boze eigenaar | heeft |de hoge boete |na de rechtszitting |betaald.
3 De boze eigenaar van de sportauto | heeft |de hoge boete voor de snelheidsovertreding |na de rechtszitting |betaald.

Slide 6 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling


Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 7 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  1. Een bvb is een deel van een zinsdeel;
  2. Zegt iets over een zelfstandig naamwoord;
  3. Je zoekt pas een bvb als je de hele zin hebt ontleed;
  4. Je vermeld bij welk znw de bvb hoort (...=bvb bij ...);
  5. Je moet een bvb weg kunnen laten uit de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.

slimme = bvb bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bvb bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Verdeel de zin in zinsdelen en ontleed de zin daarna.

De aardige buurman  van mijn oma heeft sinds enige tijd een oude stacaravan op de brede oprit van zijn huis staan.

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
De aardige buurman  van mijn oma I heeft I sinds enige tijd I een oude stacaravan I op de brede oprit van zijn huis I staan.

aardige = bvb bij buurman
van mijn oma= bvb bij buurman
mijn = bvb bij oma
oude = bvb bij stacaravan
brede = bvb bij oprit
van zijn huis = bvb bij oprit

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
2 havo
  • H4 grammatica bvb: Maak de start opdracht en vervolgens alle opdrachten in jouw leerroute.

2vwo
  • Maak deze opdracht uit je tekstboek. H3 grammatica bvb: start opdracht + opdr. 1, 3.1, 4.1 op blz. 92-93. Let op! Maak geen opdrachten over de ondergeschikte bwb.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video