H3 Grammatica Bijv.bep

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

 

Uitleg bijvoeglijke bepaling

Lesdoelen

Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:

- Persoonsvorm ( )

- Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde {(pv)} + {overige ww};  {(pv)} + [nw. deel] + {overige ww}

- Onderwerp ( )

- Lijdend voorwerp  _____________

- Meewerkend voorwerp        ____________

- Bijwoordelijke bepaling          ______
                                                          ▼           ▼

Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft.

Ontleed:
Op zijn eerste plaats is de kleine jongen absoluut trots.

Op zijn eerste plaats / {(is)} / (de kleine jongen) /absoluut / 

▼                                  ▼                                                        ▼           ▼ 

[trots].

Verdeel de zin in zinsdelen:
1 De eigenaar heeft de boete na de rechtszitting betaald.

Verdeel de zin in zinsdelen:
2 De boze eigenaar heeft de hoge boete na de rechtszitting betaald.

Verdeel de zin in zinsdelen:
3 De boze eigenaar van de sportauto heeft de hoge boete voor de snelheidsovertreding na de rechtszitting betaald.

Wat valt op?

1 De eigenaar | heeft | de boete | na de rechtszitting | betaald.

2 De boze eigenaar | heeft |de hoge boete |na de rechtszitting |betaald.

3 De boze eigenaar van de sportauto | heeft |de hoge boete voor de snelheidsovertreding |na de rechtszitting |betaald. 

Zinsdelen en zinsdeelstukken

- Persoonsvorm

- Werkwoordelijk gezegde(of naamwoordelijk gezegde)

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

- Bijwoordelijke bepaling

----------------------------------

- Bijvoeglijke bepaling

Zinsdelen

Zinsdeelstukken

Tekens

- Persoonsvorm ( )

- Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde {(pv)} + {overige ww};  {(pv)} + [nw. deel] + {overige ww}

- Onderwerp ( )

- Lijdend voorwerp  _____________

- Meewerkend voorwerp        ____________

- Bijwoordelijke bepaling          ______
                                                          ▼           ▼

- Bijvoeglijke bepaling: -------> K <--------

Ontleed de volgende zin:

De    populaire    artiest      loopt    altijd

  met    een    grote,     zwarte    hond.

Aan de slag!

Maak van blz. 88 opdr. 1 en 4.

Let op: bij opdr. 4 hoef je de obwb'en niet te doen.

Ontleed de zinnen bij opdr. 4 steeds met de tekens.