EXTRA OEFENTOETS 7.2 Machtsmiddelen

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd

Slide 1 - Quizvraag

Een aantal instrumenten om macht af te dwingen
A
Macht
B
Machtsmiddelen
C
geschreven regels
D
ongeschreven regels

Slide 2 - Quizvraag

Iemand in een hoge positie kan gemakkelijk invloed uitoefenen op anderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De trainer van Ajax heeft de macht om een speler niet op te spelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De politie heeft de macht om een verdachte aanhouden.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een politie kan een verdachte niet meenemen naar het bureau voor een verhoor.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een politie heeft macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een trainer van Ajax heeft geen macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

kennis ook macht
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Goed opgeleide mensen beschikken vaak over specialistische kennis.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Als een tandarts zegt dat een tand getrokken moet worden, beschikt hij niet over een machtsmiddel.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een tandarts beschikt niet over kennis als machtsmiddel.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Mensen die rijk zijn hebben meestal geen macht.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Met geld kun je geen invloed uitoefenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Verkiezingsprogramma's kosten in de VS helemaal niets.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Gespierde en grote mensen kunnen ontzag inboezemen bij andere mensen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Met een grote groep mensen maak je meer indruk.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Rico Verhoeven maakt geen indruk met zijn spierkracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Gespierde en grote mensen kunnen geen ontzag inboezemen bij andere mensen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Met een grote groep mensen maak je absoluut geen indruk.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Verkiezingsprogramma's kosten in de VS miljoenen dollars.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Met geld kun je invloed uitoefenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd

Slide 23 - Quizvraag

Een aantal instrumenten om macht af te dwingen
A
Macht
B
Machtsmiddelen
C
geschreven regels
D
ongeschreven regels

Slide 24 - Quizvraag

Iemand in een hoge positie kan gemakkelijk invloed uitoefenen op anderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

De trainer van Ajax heeft de macht om een speler niet op te spelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

De politie heeft de macht om een verdachte aanhouden.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Een politie kan een verdachte niet meenemen naar het bureau voor een verhoor.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een politie heeft macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Een trainer van Ajax heeft geen macht door zijn positie.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag