QUIZ Ordening AC
Welke celkenmerken heeft de cel van een hond?
A
celwand en celkern
B
celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
alleen een celkern
D
alleen een celwand
1 / 31
Onderdelen in deze les
Welke celkenmerken heeft de cel van een hond?
A
celwand en celkern
B
celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
alleen een celkern
D
alleen een celwand
Slide 1 - Quizvraag
Coccen zijn eencellige organismen zonder celkern.
Tot welke groep behoren coccen?
Tot welke groep behoren coccen?
A
Dieren
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Planten
Slide 2 - Quizvraag
Welke celkenmerken heeft een cel van een paddenstoel?
A
celwand en celkern
B
celwand en bladgroenkorrels
C
alleen een celkern
D
alleen een celwand
Slide 3 - Quizvraag
In de afbeelding is een cel schematisch getekend. Tot welke groep behoort het organisme waarvan deze cel afkomstig is?
A
dieren
B
schimmels
C
planten
D
bacteriën
Slide 4 - Quizvraag
Bacteriën planten zich meestal voort door sporen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Bacteriën delen zich ieder half uur.
Je hebt 1 bacterie in een petrischaaltje.
Hoeveel zijn er na 2 uur?
Je hebt 1 bacterie in een petrischaaltje.
Hoeveel zijn er na 2 uur?
A
5
B
8
C
16
D
32
Slide 6 - Quizvraag
Uit de afbeelding hiernaast kun je afleiden dat schimmels nuttig zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
De meeste bacteriën voeden zich met dode resten van organismen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De aandoening die op de afbeelding te zien is wordt veroorzaakt door bacteriën.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Schimmels kunnen blaasontsteking en longontsteking veroorzaken.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bij de productie van het geneesmiddel penicilline worden bacteriën gebruikt.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Welk voedingsmiddelen worden met behulp van bacteriën gemaakt?
A
yoghurt en bier
B
bier en brood
C
yoghurt en zuurkool
D
wijn en zuurkool
Slide 12 - Quizvraag
Bij welke groep van de planten komen eencellige planten voor?
A
wieren
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 13 - Quizvraag
Tot welke groep van de sporenplanten behoort de plant op de afbeelding hiernaast?
A
mossen
B
varens
C
paardenstaarten
Slide 14 - Quizvraag
Tot welke groep van de sporenplanten behoren de planten op de afbeelding hiernaast?
A
mossen
B
varens
C
paardenstaarten
Slide 15 - Quizvraag
Enkele kenmerken van planten zijn:
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de wieren?
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de wieren?
A
alleen wortels
B
alleen bladeren
C
wortels en bladeren
D
geen van de genoemde kenmerken.
Slide 16 - Quizvraag
Enkele kenmerken van planten zijn:
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de sporenplanten?
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de sporenplanten?
A
alle genoemde kenmerken
B
wortels en stengels
C
wortels, stengels en bladeren
D
geen van de genoemde kenmerken.
Slide 17 - Quizvraag
Enkele kenmerken van planten zijn:
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de zaadplanten?
wortels - stengels - bladeren - bloemen
Welke kenmerken hebben de zaadplanten?
A
alle genoemde kenmerken
B
wortels en stengels
C
wortels, stengels en bladeren
D
geen van de genoemde kenmerken.
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je de gedeeltes dat aangegeven zijn met de rode cirkel op de afbeelding hiernaast?
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
sporenvormend orgaantje
Slide 19 - Quizvraag
Tot welke groep van de planten behoort de plant op de afbeelding hiernaast?
A
wieren
B
sporenplanten
C
zaadplanten
Slide 20 - Quizvraag
Deze zaadplant plant zich voort door middel van sporen.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Welke van de afgebeelde dieren zijn tweezijdig symmetrisch?
A
alleen de dieren 1 en 2
B
alleen de dieren 2 en 3
C
alleen de dieren 2 en 4
D
alleen de dieren 3 en 4
Slide 22 - Quizvraag
Welk van de afgebeelde dieren hebben een skelet?
A
de dieren 2 en 3
B
de dieren 2 en 4
C
de dieren 2, 3 en 4
D
de dieren 1, 2, 3 en 4
Slide 23 - Quizvraag
Welke van de afgebeelde dieren zijn veelzijdig symmetrisch?
A
alleen de dieren 1 en 2
B
alleen de dieren 2 en 3
C
alleen de dieren 2 en 4
D
alleen de dieren 3 en 4
Slide 24 - Quizvraag
Op de afbeelding hiernaast is een inktvis te zien.
Tot welke groep van de dieren behoort de inktvis?
Tot welke groep van de dieren behoort de inktvis?
A
geleedpotigen
B
gewervelden
C
neteldieren
D
weekdieren
Slide 25 - Quizvraag
Op de afbeelding hiernaast is een kameleon te zien.
Tot welke groep van de dieren behoort de kameleon?
Tot welke groep van de dieren behoort de kameleon?
A
geleedpotigen
B
gewervelden
C
stekelhuidigen
D
weekdieren
Slide 26 - Quizvraag
Tot welke groep van de geleedpotigen behoort het dier op de afbeelding?
A
spinachtigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
veelpotigen
Slide 27 - Quizvraag
Tot welke groep van de geleedpotigen behoort het dier op de afbeelding?
A
spinachtigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
veelpotigen
Slide 28 - Quizvraag
Tot welke groep van de geleedpotigen behoort het dier op de afbeelding?
A
spinachtigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
veelpotigen
Slide 29 - Quizvraag
Bij welke groep bestaat het gehele lichaam uit segmenten?
A
spinachtigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
veelpotigen
Slide 30 - Quizvraag
Bij welke groep bestaat het lichaam uit kop, borststuk en achterlijf?
A
spinachtigen
B
kreeftachtigen
C
insecten
D
veelpotigen
