V2 Taalverzorging 12: meervoudsvorming


Welkom 
v2t!
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
v2t!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdrachten bespreken
  3. Taalverzorging 12: meervoudsvorming
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

1 a brandweerladder
 b verrassingseffect
 c daartegenover
 d klantenservice
 e kinderboekenschrijver
 f groene thee
 g apetrots
 h stedentrip
 i cybercrime
 j weersvooruitzicht


2 a hemelsbreed
 b motorrijden
 c heteluchtballon
 d blauwe bessen
 e trainingsschema
 f geboorteplaats
 g slechthorende
 h scharreleiersalade
 i hoofdpijndossier
 j middernacht

Slide 4 - Tekstslide

3 a Drink water. Het gaat hier namelijk niet om water bedoeld om te drinken (drinkwater). ‘Drink’ is hier de gebiedende wijs, het vertelt wat je moet doen: drinken. ‘Water’ is wát je moet drinken.
 b Beukenhout. Want het gaat hier om een ding, namelijk een harde houtsoort.
 c Weer wolven. Bedoeld wordt dat er opnieuw wolven zijn gespot, niet dat er weerwolven (mensen die ’s nachts in wolven veranderen) zijn gespot.
 d Goedpraten. Er wordt namelijk niet bedoeld dat hij goed kan praten. Het gaat hier om één begrip: zeggen dat iets niet of minder erg is dan het eigenlijk is.
 e Roze blaadjes. Want roze is hier een bijvoeglijk naamwoord bij het zelfstandig naamwoord blaadjes.
4 a Bijvoorbeeld: Vandaag gaan we buiten sporten want het is mooi weer.
 b Bijvoorbeeld: De meeste buitensporten vind ik leuk om te doen.
 c Bijvoorbeeld: De kapitein roept dat het land in zicht is.
 d Bijvoorbeeld: Pim heeft weinig ruimtelijk inzicht; inparkeren kan hij dus niet.
 e Bijvoorbeeld: Marco is te goed voor dit team, dus is hij overgeplaatst.
 f Bijvoorbeeld: U heeft een tegoed van 50 euro op deze pas staan.

Slide 5 - Tekstslide

Taalverzorging 12

Doel: Je leert de spelling van het meervoud van zelfstandige naamwoorden.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het meervoud van...
jury?
A
jurys
B
jury's
C
juries
D
jurietjes

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
radio?
A
radios
B
radio's
C
radioos
D
radiootjes

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
gat?
A
gatten
B
gats
C
gaten
D
geten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
drie?
A
driën
B
drieën
C
drietjes
D
drieen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
garage?
A
garages
B
garage's
C
garagen
D
garagetjes

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
café?
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
sieraad?
A
sieraden
B
sieraats
C
sieraads
D
sieradden

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
machine?
A
machine
B
machientjes
C
machines
D
machine's

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
moskee?
A
moskeën
B
moskeeën
C
moskees
D
moskeen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
technologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
pizza?
A
pizzaas
B
pizza's
C
pizaas
D
pizzaatje

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
comité?
A
comités
B
comité's
C
comitees
D
comiteetjes

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
auto?
A
autos
B
autoos
C
auto's
D
autootjes

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
calorie?
A
caloriën
B
calorieën
C
calorien
D
calorieen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
fotograaf?
A
fotograven
B
fotografen
C
fotograaven
D
fotograafen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
brief?
A
briefs
B
briefen
C
brieve
D
brieven

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
pannenkoek?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
porie?
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
schaap?
A
schaapen
B
schapens
C
schapen
D
schappen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
bangerik?
A
bangerikken
B
bangeriken
C
bangeriks
D
bangerikkertjes

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
mavo?
A
mavo's
B
mavos
C
mavoos
D
mavootjes

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
haas?
A
hasen
B
hazen
C
haasjes
D
haazen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het meervoud van...
guppy?

Slide 34 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
gewelf?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
schub?

Slide 36 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
sms?

Slide 37 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
hertog?

Slide 38 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
slechterik?

Slide 39 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
explosie?

Slide 40 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
comedy?

Slide 41 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
twee?

Slide 42 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
kalf?

Slide 43 - Open vraag

Wat is het meervoud van...
euro?

Slide 44 - Open vraag

Lesdoelcheck!
Wat is het meervoud van elf? Leg uit waarom. Betrek in je antwoord de regels van de meervoudsvorming!

Slide 45 - Open vraag

Lesdoelcheck!
Waarom is het meervoud van museum niet museums? Leg je antwoord uit met behulp van de regels van de meervoudsvorming.

Slide 46 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 19 november
  • Huiswerk: maken opdr. 1 t/m 3 (p. 51) + leren p. 50 en 54
  • Meenemen: laptop, leesboek, boek, schrift en pen
  • Programma: taalverzorging 12

Slide 47 - Tekstslide