mh 2.3 Neerslag

 Je weet welke drie factoren de temperatuur beïnvloeden.
- Je begrijpt waarom het op een bergtop kouder is dan onderaan een berg.
- Je begrijpt waarom de temperatuurverschillen tussen zomer en winter aan zee kleiner zijn dan landinwaarts.
.

Ik ik ken de leerdoelen rond neerslag. Zie volgende dia.
Lesboek Bladzijde 28 en 29
Aardrijkskunde
Les 1: Opdracht 1 t/m 3

Les 2: Opdracht 4 t/m 6
Les 1: Opdracht 1 t/m 3

Les 2: Opdracht 4 t/m 6
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Je weet welke drie factoren de temperatuur beïnvloeden.
- Je begrijpt waarom het op een bergtop kouder is dan onderaan een berg.
- Je begrijpt waarom de temperatuurverschillen tussen zomer en winter aan zee kleiner zijn dan landinwaarts.
.

Ik ik ken de leerdoelen rond neerslag. Zie volgende dia.
Lesboek Bladzijde 28 en 29
Aardrijkskunde
Les 1: Opdracht 1 t/m 3

Les 2: Opdracht 4 t/m 6
Les 1: Opdracht 1 t/m 3

Les 2: Opdracht 4 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Leerdoelen
- Je weet dat warme lucht meer water kan bevatten dan koude lucht.
- Je weet dat warme lucht opstijgt en koude lucht daalt.
- Je begrijpt waardoor bij afkoeling van lucht neerslag kan ontstaan.
- Je begrijpt waarom er op de ene plaats meer neerslag valt dan op de andere.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterdamp
Water zit in lucht in gasvorm: waterdamp. Waterdamp in de lucht zie je niet. 
In warme lucht past meer damp dan in koude lucht.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Condenseren
Als lucht kouder is of wordt, moet de waterdamp die niet meer in de lucht 'past' ergens anders heen. 
De waterdamp condenseert

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wolkenvorming
Wanneer waterdamp condenseert vormen er kleine waterdruppeltjes. Al deze kleine condensdruppeltjes vormen de wolken die wij kunnen zien.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neerslag
Druppeltjes botsen tegen elkaar en worden zo groter. Door de kou hoog in de lucht bevriezen de druppels. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden als neerslag.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuwingsneerslag/Stijgingsregen & Regenschaduw

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuwingsregen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frontale Neerslag

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijgingsregen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
LB: blz 28 en 29
WB: blz 21

Maak nu opdracht: 1 t/m 3

Huiswerk: afmaken 1 t/m 3

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
LB: blz 28 en 29
WB: blz 21 en 22

Afmaken opdracht: 1 t/m 3
Maak nu opdracht: 4 t/m 6

Huiswerk: afmaken 1 t/m 6

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies