Basis klas 3 Thema 5 BS 5 Aanpassingen bij planten

BS 5Aanpassingen bij planten 
Bladeren: Hoe groter de bladeren, hoe meer vocht een plant verliest.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

BS 5Aanpassingen bij planten 
Bladeren: Hoe groter de bladeren, hoe meer vocht een plant verliest.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
terugblik 5.4
uitleg 
aan de slag met opdrachten van 5.5

Slide 2 - Tekstslide

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag



Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.

Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag

Slide 4 - Quizvraag

zoolganger
teenganger
topganger

Slide 5 - Sleepvraag

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel

Slide 6 - Quizvraag

Welke aanpassing hebben de botten van vogels?
A
Ze zijn hol
B
Ze zijn flexibel
C
Ze zijn extra stevig
D
Ze zijn van kraakbeen

Slide 7 - Quizvraag

BS 5Aanpassingen bij planten 
Bladeren: Hoe groter de bladeren, hoe meer vocht een plant verliest.

Slide 8 - Tekstslide

Basis klas 3 Thema 5 BS 5 Aanpassingen bij planten
Leerdoelen:

Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het water

Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het licht

Slide 9 - Tekstslide

Bladeren in een vochtige omgeving
 Planten die in een vochtige omgeving leven, hebben aanpassingen:

 
• klein wortelstelsel
• grote, dunne bladeren
• een dunne waslaag (vetachtige stof)



Slide 10 - Tekstslide

Waterlelies
In de afbeelding links zie je waterlelies. Waterlelies groeien in water van maximaal 4 meter diep.

De wortels zitten vast in de bodem en de bladeren drijven op het water.
Met het wortelstelsel nemen ze voedingsstoffen op die ze nodig hebben voor de groei.

Slide 11 - Tekstslide

Aanpassingen van planten aan droge omgeving
Planten hebben kleine, dikke bladeren
Ze hebben groot wortelstelsel om snel water 
op te kunnen nemen
Planten hebben dik waslaagje (tegen verdamping)

Ook hebben ze behaarde bladeren en stengel
 om uitdrogen tegen te gaan

Slide 12 - Tekstslide

Planten in de woestijn:
breed wortelstelsel
lange wortels
water opslaan in stengels 
(stekels)
Stekels zorgen voor schaduw
stekels houden luchtvast-> minder verdamping

Slide 13 - Tekstslide

Aanpassingen bij planten
Ook planten die in een koude omgeving leven, zijn aangepast aan droge omstandigheden.
In de winter is het water in de grond bevroren en kunnen ze minder water opnemen.

Loofbomen-> bladeren laten vallen in herfst
Naaldbomen-> naaldvormige bladeren met waslaag

Slide 14 - Tekstslide

Planten hebben licht nodig!
Planten doen aan fotosynthese.
Er zijn zon- en schaduwplanten.

Schaduwplanten bloeien vroeg in voorjaar-> geen bladeren aan bomen

Slide 15 - Tekstslide

Klimplanten

Klimplanten houden zich met hechtwortels vast aan muren en andere planten.

 Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op uit de plant waarop ze groeien. 

Klimplanten groeien snel.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk:
Lezen BS 5

Maken opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6

3 juni: Proefwerk Thema 5 BS 1 t/m BS 6

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video