4.2 Vorming geslachtscellen 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
                         4.2 Vorming van geslachtscellen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
                         4.2 Vorming van geslachtscellen

Slide 1 - Tekstslide

Celdeling worteltop

Slide 2 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Chromosomen in een gewone
lichaamscel van een man:



Slide 3 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Gewone lichaamscellen zijn
diploïd (2n). 
Beide chromosomen van een 
paar noem je homoloog.
Bij de mens 23 paar 
= 46 chromosomen

Slide 4 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen zijn 
haploïd (n).

Bij de mens bevatten ze 
23 chromosomen.

Slide 5 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Reductiedeling/meïose
Voorbereiding is hetzelfde als bij
de mitose (G1 - S- G2)

Slide 6 - Tekstslide

Doel van de meïose
BINAS 76B2

Slide 7 - Tekstslide

Meïose I

Slide 8 - Tekstslide

Meiose I
Profase I:
Kernmembraan verdwijnt. 
Chromosomen spiraliseren. 
Spoelfiguur vormt.
Chromosomen liggen als paren bij elkaar.
Crossing-over kan optreden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Meiose I     
Metafase I:
Chromosomen twee aan twee in het
equatoriale vlak.
Spoelfiguren met trekdraden naar de 
centromeren, elk naar één chromosoom van een chromosomenpaar.

Slide 11 - Tekstslide

Meiose I
Anafase I:
Spoelfiguren trekken chromosomen 
naar de polen.

Slide 12 - Tekstslide

Meiose I
Telofase I:
Door insnoering  ontstaan twee haploïde
cellen.



Slide 13 - Tekstslide

Meïose II

Slide 14 - Tekstslide

Meïose II (~mitose)

Slide 15 - Tekstslide

Meïose I

Slide 16 - Tekstslide

Meïose II (~mitose)

Slide 17 - Tekstslide

Wat maakt ieder mens uniek?
Tijdens de meïose kunnen 223 verschillende combinaties van chromosomen worden gemaakt.
Ook nog crossing-over.

Slide 18 - Tekstslide

BINAS 86D

Slide 19 - Tekstslide

Oögenese (vorming eicellen)
Eicellen zijn omgeven door follikelcellen uit het ovarium (de eierstok), het geheel heet een follikel.
Ontstaan al vóór de geboorte.
Uit 1 voorlopercel ontstaan 1 eicel en 3 poollichaampjes (poollichaampjes sterven af)



Slide 20 - Tekstslide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL = ong. 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma



Slide 21 - Tekstslide

Zaadballen
Zaadcellen zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig, die 
produceren testosteron.

Slide 22 - Tekstslide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Aan de binnenkant zitten de 
voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 23 - Tekstslide