In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H3.4 _Marktvormen (TL en KB)
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat het begrip marktaandeel is en kunt dit berekenen
Je weet wat een fusie is en wat de voor en nadelen hiervan zijn
Je kent de vier marktvormen: monopolie, oligopolie, volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
Je weet wat een kartel is en kunt voorbeelden van kartelafspraken benoemen.
Je weet hoe vraag en aanbod de prijs bepalen (voor tl kort herhaling voor kb nieuwe lesstof)
Morgen heb je huiswerk controle van H3.
Slide 2 - Tekstslide
Marktaandeel
Dit geeft aan hoeveel procent van de producten door een bedrijf word gemaakt.
Als Samsung 23,9% aan marktaandeel bezit, dan betekent dat Samsung 23,9% van alle telefoons verkoopt.
Slide 3 - Tekstslide
Samsung verkoopt elk jaar 0,8 miljoen telefoons. Per jaar worden er 12 miljoen telefoons verkocht. Wat is het marktaandeel van Samsung. (Rond af met 1 cijfer achter de komma) Formule= deel : geheel x 100
Slide 4 - Open vraag
Welk bedrijf heeft het hoogste marktaandeel voor het vervoeren van mensen op het spoor?
Slide 5 - Open vraag
Aanbod en vraag bij een markt:
Aanbod zijn alle bedrijven die een bepaald product verkopen (en dus aanbieden)
Vraag zijn alle mensen die het product willen kopen (zij vragen om het product)
Slide 6 - Tekstslide
Hoe bepaald vraag en aanbod de prijs:
Hoe hoger de vraag naar een product is hoe hoger de prijs zal zijn.
Hoe hoger het aanbod van een product is hoe lager de prijs zal zijn.
Dit zagen we vorig jaar bij de Gasprijs.
Het aanbod van gas werd lager doordat Rusland veel minder gas leverde. Dit zorgde voor een veel hogere gasprijs.
Als de prijs door vraag en aanbod word bepaalt noemen we dit marktwerking.
Slide 7 - Tekstslide
Fusie
Twee bedrijven voegen zichzelf samen tot één groter bedrijf.
Een voorbeeld van een fusie is:
KLM en Air France.
Deze bedrijven zijn gefuseerd tot Air France-KLM in 2003
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een voordeel van een fusie?
Slide 9 - Open vraag
Een fusie zorgt voor:
Voordelen
Lagere vaste kosten
Je hebt namelijk nu maar bijvoorbeeld 1 hoofdkantoor nodig in plaats van 2.
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn nadelen van een fusie?
Slide 11 - Open vraag
Nadelen:
Een fusie kan mislukken
Gefuseerd heeft het bedrijf lagere winst dan dat gefuseerde bedrijven samen voor de fusie hadden.
Slide 12 - Tekstslide
KB kan nu bij Arjen zelfstandig werken
KB H3.4 Maak opgave 2, 4, 5, 7, 8
Slide 13 - Tekstslide
Marktvormen
Er zijn vier type abstractemarkten.
Je hebt de marktvormen:
Monopolie:
Volkomen concurrentie:
Monopolistische concurrentie:
Oligopolie:
Slide 14 - Tekstslide
Monopolie:
Een markt heeft maar één producent van een product. De producent kan dus de prijs betalen.
In Nederland is dit verboden, omdat bedrijven dan hoge prijzen kan opleggen op een product.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een bedrijf die in de marktvorm monopolie zit op Terschelling:
Slide 16 - Open vraag
Oligopolie:
Een markt waar maar weinig producenten van zijn.
Een kenmerk van een oligopolie is dat het lastig is voor nieuwe bedrijven om op de markt te komen, door de hoge instapprijs.
Letop! dit kenmerk geldt niet voor alle bedrijven die in de marktvorm oligopolie zitten.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een bedrijf die in de marktvorm oligopolie zit op Terschelling:
Slide 18 - Open vraag
Volkomen concurrentie:
Een markt met veel producenten/aanbieders van een product. Deze markten bieden Homogene goederen aan.
Voorbeelden van homogene goederen zijn: gas, elektriciteit en water uit de kraan.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een bedrijf die in de marktvorm volkomen concurrentie zit op Terschelling:
Slide 20 - Open vraag
Monopolistische concurrentie:
Een markt met veel producenten/aanbieders van een product.
Deze markten bieden heterogene goederen aan.
Heterogene goederen, zijn goederen waarvan er verschillende varianten worden verkocht.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een bedrijf die in de marktvorm monopolistische concurrentie zit op Terschelling:
Slide 22 - Open vraag
Kartelvorming
Vaak bij markten waar er maar weinig aanbieders dus winkels van zijn die producten aanbieden vind er kartelvorming plaats.
Dit betekent dat bedrijven een minimale prijs afspreken of dat ze afspreken dat ze maar een beperkt aantal producten op de markt brengen om de prijs hoog te houden. (dus kunstmatig een laag aanbod creëren.)
Zo'n kartel is illegaal in Nederland.
De ACM beboet bedrijven die aan kartelvorming doen.
OPEC is een voorbeeld van kartelvorming. Dit zijn allemaal Arabisch olielanden die prijsafspraken maken en ook wel eens doen het laag houden van de vraag.
Slide 23 - Tekstslide
Bij welke marktvorm heb je geen kartelvorming?
Slide 24 - Open vraag
Bij welke marktvorm heb je veel kans op kartelvorming?