8 april: Oefenen met 7.4 meervouden en 7.5 verkleinwoorden

8 april: oefenen spelling cursus 7 § 4 en 5

meervouden en verkleinwoorden

Mavo 2 periode 4

week 15 1e les (8 april)

1 / 12

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

8 april: oefenen spelling cursus 7 § 4 en 5

meervouden en verkleinwoorden

Mavo 2 periode 4

week 15 1e les (8 april)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom

plattegrond: van mentor

timer

5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Lezen: Wojtek blz. 83

Startopdracht: huiswerk 7.5

Instructie 7.5 verkleinwoorden

~pauze~

Zelfstandig oefenen 7.5

Afsluiting

timer

10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Huiswerk check

Vul de puzzel in (blz.234)

Slide 4 - Tekstslide

1. maart

2. dinsdag

3. blad (van een boom)

4. bn van plastic

5. bn van lekker

6. mv van brief

7. mv van gans

8. verkleinwoord van koning

9. verkleinwoord van pink

10. verkleinwoord van worm

Huiswerk check✓

Opdracht 2 blz. 236

a. (-je): bandje, feestje, poortje

b. (-etje): behangetje, sprongetje, wangetje

c. ( -pje): naampje, riempje, schermpje

d. (-tje): peertje, stapeltje, wagentje

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk check✓

Opdracht 2 blz. 236 vervolg

e. (dubbele medeklinker): golfballetje, stinkbommetje, winkelkarretje

f. (ng wordt nk): golfballetje, stinkbommetje, winkelkarretje

g. (korte klank wordt lange klank): lootje, paadje, vaatje

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk check✓

Opdracht 3 blz. 237

a. (-tje): cadeautje, regenbuitje, selfietje

b. (klinker verdubbeling): accuutje, fotootje, omaatje

c. ('tje): hobby’tje, panty’tje, rally’tje

d. (i -> ietje): bikinietje, kiwietje, tostietje

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Maak opdracht 4 blz. 235

en opdracht 4 blz. 237

Slide 8 - Tekstslide

1. meneer Van Dalen

2. Gert de Groot

3. glad

4. duizendvoud

5. bn van langzaam: de ....... boot

6. bn van glas: de ...... fles

7. mv van fietsdief

8. mv van bezem

9. verkleinwoord van bodem

10. verkleinwoord van lieveling

~pauze~

timer

5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk

Speel de bingo *

* Per tweetal 1 kaart. Zoek meervouden en verkleinwoorden van elke categorie op de kaart. Schrijf ze erbij.

Oefen online met 7.4 en 7.5.

timer

15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Check de doelen bij jezelf:

Je weet hoe je de onderdelen hoofdletters, leestekens, laatste letter t/d, bijvoeglijke naamwoorden, meervouden en verkleinwoorden goed moet schrijven.
Je weet wanneer je een komma, dubbele punt en aanhalingstekens schrijft.
Je weet hoe je meervouden moet schrijven.
Je weet hoe je verkleinwoorden moet schrijven.

timer

5:00