Formuleren H2, les 2

Programma
1) Herhalen theorie Formuleren H2
2)  Bespreken huiswerk
3) Extra oefenen met opdrachten die klaarstaan in LessonUp.com

 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
1) Herhalen theorie Formuleren H2
2)  Bespreken huiswerk
3) Extra oefenen met opdrachten die klaarstaan in LessonUp.com

 

Slide 1 - Tekstslide

Vul aan:

Naar de-woorden verwijs je met
A
dit, dat
B
deze, die
C
dit, deze
D
dat, die

Slide 2 - Quizvraag

DE OF HET ???
Een mooie tas= de mooie tas
Een mooi meisje= het mooie meisje

  l
Het bijvoeglijknaamwoord van het-woorden krijgt geen E bij het bijvoeglijk naamwoord als het lidwoord een wordt gebruikt en het bijvoeglijk naamwoord van een de-woord krijgt wel een E.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer deze, die of dit en dat?
DE-woorden=> DIE en  DEZE
HET-woorden=> DIT en DAT

Slide 4 - Tekstslide

Vul aan:

Naar het-woorden verwijs je met
A
dit, dat
B
deze, die
C
dit, deze
D
dat, die

Slide 5 - Quizvraag

Vul aan:

Naar een zin kun je verwijzen met
A
dit
B
dat
C
deze
D
die

Slide 6 - Quizvraag

Verwijzen naar een zin
Wij gaan pas over drie weken weer naar school en dat vinden wij toch wel jammer.

Slide 7 - Tekstslide

VOORBEELD
  1. De aanvoerder, die de zilveren bokaal omhooghield, kwam het podium op. 
  2. Het shirt dat daar hangt, vind ik wel mooi, maar dit hier staat me absoluut niet.

Slide 8 - Tekstslide

Hier. Als iets dichtbij de spreker is, gebruik je dit/deze.
Daar. Als iets verder weg is, gebruik je dat/die.

Slide 9 - Tekstslide

MAAK NU OPDRACHT 3

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3: Je ziet aan het bijvoegljik naamwoord of het gaat om een de- of het-woord!
  1. De gemeente legt hier een nieuw fietspad aan, dat de veiligheid moet vergroten.
  2. Erin heeft een slepend conflict met de trainer, dat is ontstaan na de finale.
  3. Club 8 is een gezellige disco, die veel leerlingen geregeld bezoeken.
  4. Op de markt kocht Loes een heerlijk ijsje, dat ze al slenterend oplikte.
  5. Met Hold my hand had Jess een hit, die wekenlang in de Top 40 stond.
  6. 6 We speelden een puike wedstrijd, die we met 2-0 wisten te winnen.


Slide 11 - Tekstslide

Bespreken opdracht 5
  • Deze zomer heb ik gekampeerd in Frankrijk, waar ik het heel leuk heb gehad. We zaten op een camping bij Saulieu. Die heet Le perron. Er is van alles te doen.
  • Zo is er elke donderdag een voetbaltoernooi. Ons team heeft dat één keer gewonnen. Ook is er een tennisbaan die iedereen kan gebruiken en een baan voor jeu de boules, een Frans spel, dat nog best moeilijk is. Je moet ijzeren ballen dicht bij een klein houten balletje gooien. 
  • Verder is er natuurlijk een zwembad, maar dat is ’s middags tussen 12 en 2 dicht, wat een beetje jammer is.
  • Eén keer per week is er ’s avonds in de kantine karaoke. Ik hoorde daar een heel mooi Frans liedje, maar ik kon dat natuurlijk niet meezingen. Ik hoop dat we snel weer naar Le perron gaan, want het is er fantastisch.

Slide 12 - Tekstslide