Bs 3 Glucose als grondstof

Basisstof 3 Glucose als grondstof
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3 Glucose als grondstof

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van wortels
De plant stevig vastzetten in de bodem
aan fotosynthese doen
water en mineralen opnemen uit de bodem
reservestoffen opslaan
koolstofdioxide opnemen

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


In de afbeelding zie je zegekruid. In de bladeren wordt glucose gemaakt.

Hoe komt de glucose in de rest van de plant?
A
Via de houtvaten
B
Via de bastvaten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese

                       +                   -->                       +
Verbranding

                   +                      -->                       +
______________________________________________________
Bij fotosynthese is dit nodig:
Bij verbranding ontstaat dit:
Koolstofdioxide
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zuurstof
Water
Water
Glucose
Glucose
licht
energie
energie
licht

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen zoals koolhydraten.

-->Welke stof is een koolhydraat?
A
koolstofdioxide
B
eiwitten
C
vetten
D
zetmeel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opperhuid
Vaatbundel
Huidmondje
Weefsel met bladgroen- korrels

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk huidmondje hoort bij een droge omgeving en welke huidmondje hoort bij een vochtige omgeving?
Droge omgeving
Natte Omgeving

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energie rijke organische stoffen worden afgebroken:
Energie rijke organische stoffen worden opgebouwd:
Verbranding
Assimilatie

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen.

Welke stof is energierijk?
A
koolstofdioxide
B
eiwit
C
water

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je een proefopstelling met vier reageerbuizen. De buizen bevatten allemaal water en staan in het licht. In buis 2 en 4 zit een slak, in buis 3 en 4 zit een waterplant. Verder zijn er geen verschillen.

In welke buis zal na een uur het koolstofdioxidegehalte het hoogst zijn?
A
Buis 1
B
Buis 2
C
Buis 3
D
Buis 4

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Basisstof 3 glucose als grondstof

1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energie nodig is en dat bij verbranding energie vrijkomt.
2 Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken van de grondstof glucose.
3 Je kunt aangeven wat de functies zijn van suikers, eiwitten en vetten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organische en anorganische stoffen
 
Organische stoffen Zijn energierijke stoffen

Anorganische stoffen  Deze zijn energiearm.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stofwisseling
Alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen.

Stofwisseling vindt plaats in alle organismen.


Stofwisseling
Opbouwen van energierijke stoffen: assimilatie
Afbreken van energierijke stoffen: Verbranding






Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

assimilatie + verbranding

  • fotosynthese 
  • voorgezette 
     assimilatie
  • verbranding

Slide 15 - Tekstslide

tijdens de verbranding (cellulaire respiratie) wordt het 'geld' gedrukt wat de cellulaire economie drijft: ATP
Hoe gaat de kringloop van fotosynthese en verbranding?

  • Fotosynthese Bij licht
    - Koolstofdioxide + Water + Energie -> Glucose + Zuurstof

  • Verbranding Altijd (licht en donker)
    - Glucose + Zuurstof -> Energie + Koolstofdioxide + Water

  • Wat bij het ene ontstaat wordt gebruikt bij de andere!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glucose omzetten

Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen, zoals koolhydraten, eiwitten en vetten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
Er zijn verschillende soorten koolhydraten, zoals suikers, zetmeel en cellulose.

Opgeloste suiker kan gemakkelijker via de bastvaten naar alle delen van de plant worden vervoerd.
Suiker is een brandstof.

Zetmeel wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren maar moet dit langer wordt het opgeslagen als reservestof denk aan de knollen of wortels.

Cellulose is een bouwstof voor de celwanden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
Een plant kan glucose ook omzetten in eiwitten.
Het cytoplasma van cellen bevat veel eiwitten.

Eiwitten dienen in het cytoplasma als bouwstof

Een plant kan eiwitten ook opslaan in zaden, zoals granen en peulvruchten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
Glucose kan ook als vetten omgezet worden.

Vetten worden vooral als reservestof opgeslagen. Bij sommige planten komen in de zaden veel vetten voor.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energierijke stoffen maken uit andere stoffen noem je assimilatie.

Assimilatie komt niet alleen bij planten voor. Ook in alle andere organismen vindt assimilatie plaats.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Opdracht 1 t/m 9 bs 3

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies