VMBO 3 par 7.2 sociale zekerheid

Paragraaf 7.2
sociale zekerheid
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.2
sociale zekerheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is het sociaal minimum en hoe kan je het aanvullen is er sociale zekerheid
  • wat is een verzorgingsstaat en wat is het solidariteitsbeginsel  
  • hoe werkt de sociale zekerheid 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is het sociaal minimum en hoe kan je het aanvullen is er sociale zekerheid

Slide 3 - Tekstslide

Sociaal minimum
In Nederland krijgt moet iedereen het sociaal minimum krijgen. Dit is het geldbedrag wat je minimaal moet hebben om te leven.
  

Als je onder het sociaal minimum zit, dan komt je in aanmerking voor aanvullende uitkeringen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag.

Slide 4 - Tekstslide

Sociaal minimum en sociale voorzieningen
Sociaal minimum --> minimumbedrag dat je nodig hebt om van te leven.

 


Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is een verzorgingsstaat en wat is het solidariteitsbeginsel

Slide 6 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
Door de sociale zekerheid en allerlei voorzieningen is Nederland een verzorgingsstaat.

Voor alle inwoners is een inkomen, is gezondheidszorg, is er huisvesting en is er onderwijs 

Slide 7 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
Solidariteitsbeginsel:
Iedereen met een inkomen moet daarvan een deel afstaan voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen. 

Bij werknemers zijn dit premies die op het loon ingehouden worden.

Slide 8 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
  • hoe werkt de sociale zekerheid 

Slide 10 - Tekstslide

Sociale zekerheid
De sociale zekerheid bestaat uit verschillende groepen uitkeringen
Sociale Verzekeringen
  • deze worden betaald met sociale premies over je inkomen
Sociale Voorzieningen:
  • Uitkeringen die betaald worden vanuit de belastingen (bijstand, huurtoeslag, zorgtoeslag)

Slide 11 - Tekstslide

Solidariteitsbeginsel
Iedereen staat een deel van zijn inkomsten af voor de mensen die geen of weinig inkomsten hebben
Een bijstandsuitkering kan je alleen krijgen als je niet zelf je levensonderhoud kunt betalen (huur, eten, drinken, kleding, zorgverzekering, gas, water en licht)

Slide 12 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
Werknemersverzekeringen: 
Deze zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt. De belangrijkste: WW (werkloosheidswet) voor werklozen en WIA voor arbeidsongeschikten

Volksverzekeringen:
Hier hebben alle inwoners van Nederland recht op.
De belangrijkste: AOW (Algemene Ouderdoms Wet) voor ouderen en ANW voor de achterblijvende partner na overlijden.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak de samenvatting op bladzijde 206
  • Maak de herhalingsvragen 8 tot en met 13 op bladzijde  208
  • Maak de Lesson Up vragen

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens de coronacrisis kunnen heel veel mensen hun baan verliezen. Gelukkig hoef je in ons land niet van de honger om te komen, want je hebt recht op .....
A
de verzorgingsstaat
B
een uitkering
C
solidariteit
D
pensioen

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor een staat wordt Nederland ook wel genoemd?

Slide 17 - Open vraag

De AOW is een...?
A
Sociale voorziening
B
Sociale verzekering

Slide 18 - Quizvraag

Sociale voorzieningen worden betaald met...?
A
Premies van het brutoloon
B
Premies van het nettoloon
C
Belastingopbrengsten
D
Handel met het buitenland

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kunnen we de AOW betaalbaar houden?
A
Mensen langer laten werken
B
Werkenden meer premies laten betalen
C
Beroepsbevolking laten groeien door immigratie
D
Hoogte AOW uitkeringen verlagen

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekend het solidariteitsbeginsel?
A
Alle mensen moet een deel van hun geld afstaan voor de mensen zonder een inkomen
B
De mensen met een inkomen moeten een deel van hun geld afstaan voor de mensen zonder een inkomen

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn werknemers verzekeringen?
A
WW (werkloosheidswet) & WIA (Wet inkomen en inkomen naar arbeidsvermogen)
B
AOW (algemene ouderdomswet) & ANW (algemene nabestaandenwet)
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Sociale premies
  • Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
  • Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Slide 28 - Tekstslide