Blok 3 Over Taal oefenen 1BK

Blok 3 Over taal

Oefenen met woordenschat
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 3 Over taal

Oefenen met woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
bruikbaar - ondertussen - kort gezegd - gewoon - omdat
'Op tijd naar bed is belangrijk, aangezien je goed moet uitrusten.'

Slide 2 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
bruikbaar - ondertussen - kort gezegd - gewoon - omdat
'Ik vind dat watje niet geschikt om die ruit mee in te gooien.'

Slide 3 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
bruikbaar - ondertussen - kort gezegd - gewoon - omdat
'Bij de ingang van de school is het gebruikelijk dat je je mondkap op hebt.'

Slide 4 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
bruikbaar - ondertussen - kort gezegd - gewoon - omdat
'Je weet inmiddels toch ook wel hoe het hoort!'

Slide 5 - Open vraag

Vul het beste woord in op de open plek in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
actief - passief - afgerond - ontstaan - ondanks
'Het liefst hangt hij de hele dag op de bank, hij is zo ________!'

Slide 6 - Open vraag

Vul het beste woord in op de open plek in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
actief - passief - afgerond - ontstaan - ondanks
'Na 5 dagen was hij klaar, hij had het examen helemaal _________'

Slide 7 - Open vraag

Vul het beste woord in op de open plek in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
actief - passief - afgerond - ontstaan - ondanks
'Hoe het virus is __________ blijft een raadsel.'

Slide 8 - Open vraag

Vul het beste woord in op de open plek in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
actief - passief - afgerond - ontstaan - ondanks
'Hij is over, _______ de onvoldoende voor biologie.

Slide 9 - Open vraag

Meer schooltaalwoorden?
Kijk eens naar de woorden en de betekenis
op bladzijde 112- 113 van je boek.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
slecht - aanwezig - afwezig - zeg dat het zo is - handig en vlug
'Zij bevestigt dat hij naar de tandarts moet.'

Slide 11 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
slecht - aanwezig - afwezig - zeg dat het zo is - handig en vlug
'Hij voelt zich door de ontstoken kies echt belabberd.'

Slide 12 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
slecht - aanwezig - afwezig - zeg dat het zo is - handig en vlug
'Hij beweegt behendig de figuurzaag door het triplex.'

Slide 13 - Open vraag

Wat is de beste betekenis van het onderstreepte woord in de zin.


Je kunt kiezen uit de woorden:
slecht - aanwezig - afwezig - zeg dat het zo is - handig en vlug
'Gisteren was hij present, nu is hij weer absent.'

Slide 14 - Open vraag

Wat is het tegengestelde woord van het onderstreepte woord in de zin.



'De verdediger was een snelle jongen.'

Slide 15 - Open vraag

Wat is het tegengestelde woord van het onderstreepte woord in de zin.



'Ik ben een jongen van weinig woorden.'

Slide 16 - Open vraag

Wat is het tegengestelde woord van het onderstreepte woord in de zin.



'De vorige auto was echt een mislukking.'

Slide 17 - Open vraag

Wat is het tegengestelde woord van het onderstreepte woord in de zin.



'De uitdrukking is: na regen komt.......'

Slide 18 - Open vraag

Meer moeilijke woorden?
Kijk eens naar de woorden en de betekenis
op bladzijde 114 - 115 van je boek.

Slide 19 - Tekstslide

Wat weet je van een grondwoord?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het grondwoord van het onderstreepte woord in de zin:
Veel bedrijven zijn failliet gegaan dit jaar.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het grondwoord van het onderstreepte woord in de zin:
De jongen vond zijn boek onder het bed.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het grondwoord van het onderstreepte woord in de zin:
Hij probeerde nog wel van alles, maar ook dat lukt niet.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het grondwoord van het onderstreepte woord in de zin:
Op het eind verloor hij zijn laatste briefje.

Slide 24 - Open vraag

Meer over grondwoorden?
Kijk eens naar theorie op bladzijde 116 van je boek.

Slide 25 - Tekstslide

Wat weet je over 'de trappen van vergelijking'?

Slide 26 - Open vraag

Maak 'de trappen van vergelijking' af:

slim - slimmer - _________

Slide 27 - Open vraag

Maak 'de trappen van vergelijking' af:

dom - _______ - domst

Slide 28 - Open vraag

Maak 'de trappen van vergelijking' af:

wreed - wreder - _________

Slide 29 - Open vraag

Maak 'de trappen van vergelijking' af:

veel - meer - _________

Slide 30 - Open vraag

Maak 'de trappen van vergelijking' af:

goed - beter- _________

Slide 31 - Open vraag

Meer over de trappen van vergelijking?
Kijk eens naar theorie op bladzijde 116 van je boek.

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Besturderen in je boek blok 3 paragraaf 'Over Taal'

Vandaag inleveren opdracht 'zoekvraag'



Slide 33 - Tekstslide