Schrijfdoelen en inleiding 3f les 1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfexamen
Tijdens het TOA-examen op 3F-niveau voor het mbo kunnen verschillende schrijfproducten gevraagd worden, zoals:

1.Formele brief of e-mail: een klacht, sollicitatie of verzoek op een nette en zakelijke manier te schrijven. Het gaat om een heldere structuur, correcte aanspreekvormen, en een gepaste afsluiting.
2.Informatieve tekst: een samenvatting of uitleg zijn van een onderwerp, waarin helder en feitelijk informatie wordt overgebracht. De tekst moet goed opgebouwd zijn en de belangrijkste informatie duidelijk weergeven.
3. Verslag: een kort verslag van bijvoorbeeld een activiteit, onderzoek of gebeurtenis. Het gaat om het duidelijk beschrijven van de situatie, het verloop en de uitkomsten.
4.Kort artikel of blog: bijvoorbeeld voor een schoolkrant of blog, waarin een bepaald onderwerp op een informele en toegankelijke manier wordt uitgelegd.
5.Reactie of mening: je geeft jouw mening over een stelling of situatie en onderbouw je deze. Het is belangrijk om argumenten goed te verwoorden en een logische opbouw te hanteren.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessenserie examen Schrijven
1.Schrijfdoelen
2.Inleiding
3.Signaalwoorden
4.Tekststructuren
5.Standpunten 

Reader staat in teams


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfdoelen en inleiding
Welke schrijfdoelen zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen 
Amuseren
Informeren
Overtuigen (betoog)
Activeren
Instrueren
Beschouwen (lezers een mening laten vormen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat je gaat schrijven
Elke tekst heeft een hoofdgedachte. De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wilt vertellen, datgene wat de lezer absoluut moet onthouden. 

Eén zin!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  • De inleiding heeft twee functies, welke?
  • Aandacht trekken -> motiveren
  • Onderwerp van de tekst introduceren
  • Ook in die volgorde!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om aandacht te trekken
  1. voorbeeld (anekdote)
    Anekdote is een kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje
  2. geschiedenis
  3. actualiteit
  4. belang voor de lezer 



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De introductie van het onderwerp
In het tweede deel van de inleiding maakt de schrijver duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. Dat kan hij doen door:
1. één of meerdere vragen te stellen (zie tekst 1) 
2. een probleem te formuleren (zie tekst 2);
3. een mening (standpunt) te verkondigen (zie tekst 3);
4. de opbouw van de tekst aan te kondigen (zie tekst 4).

In het middenstuk worden dan die vragen beantwoord, de oplossingen voor het probleem gegeven, of de argumenten bij het standpunt gegeven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst lezen
Zie bijlage bij de reader (helemaal achterin)

Slide 10 - Tekstslide

*
tekst 
Kevin hockeyt niet
Schrijven
1. Kies een onderwerp: Faalangst of TikTok
2. Schrijf bij dit onderwerp een inleiding van twee alinea's (samen minimaal 75 woorden). Trek in de eerste alinea de aandacht van de lezer en introduceer in de tweede alinea het onderwerp. Kies voor beide alinea's een van de besproken manieren en noteer bij de inleiding welke manieren je gekozen hebt. (minimaal 75 woorden).
3.Wissel je inleiding met een klasgenoot. Bespreek met elkaar de inleidingen en welke inleiding het aantrekkelijkst is. Geef elkaar feedback (wat gaat goed en wat kan beter)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
Wat gaat goed en wat kan beter

(aandacht trekken én onderwerp introduceren)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijke woorden
Flashcards maken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies