3thp - 10-11 leesvaardigheid

Welkom 3thp!

Pak je leesboek erbij voor 10 minuten stillezen

Lesinhoud

• Planning van de periode
• Les- en leerdoelen
• Waarom leesvaardigheid?
• Herhaling jaar 1 en 2 
  
• Reflectie

Planning van de periode

Week 45: herhaling jaar 1 en 2

Week 46: alineaverbanden, verbindingsmanieren en functies van tekstgedeelten.

Week 47: tekststructuren

Week 48: oefenen (waar sta je nu?)

Week 49: herhaling toetsstof

Week 50: toets leesvaardigheid (15 december!)

Lesdoelen

- Aan het einde van de les heb je de theorie van jaar 1 en 2 in je schrift (naslagwerk);

- Aan het einde van de les kun je minimaal drie verbanden noemen tussen zinnen met de daarbij aangegeven signaalwoorden/-groepen.

Leerdoelen

- Aan het einde van het blok kun je verbanden tussen zinnen en alinea’s herkennen en benoemen in de tekst;

- Aan het einde van het blok kun je volledige antwoorden formuleren: de vraagstelling meenemen in het antwoord;

- Aan het het einde van het blok kun je volgens de spellingsafspraken je antwoorden formuleren: hoofdletters, punten, werkwoordspelling, komma’s etc.

Waarom leesvaardigheid?

• Vergroot woordenschat en kennis
  
• Nodig voor andere vakken op school 
• Verhoogt je kansen op de arbeidsmarkt
• Nodig om goed te kunnen functioneren in de samenleving

Voor de vakantie

Snipperopdracht: opfrisser leesvaardigheid

Staat je daar nog wat van bij?

Opdracht

Opdracht

Teken mee en schrijf mee!

Wat zijn de vaste kenmerken van een tekst?

Tekenruimte

Opdracht

Opdracht

Wat: Maak de opdrachten hiernaast bij twee zelfgekozen leesteksten;

Waar: In Classroom;

Hoe: Zelfstandig;

Hulp: Vraag je buur of hand opsteken

Tijd: 20 min

Denk aan je formulering!

Vul het schema aan met nieuwe termen of kenmerken!

1. Wat is de titel van de tekst?

2. Wat zijn de tussenkopjes van de tekst? 

3. Wat is het onderwerp van de tekst?

4. Hoeveel alinea’s heeft de tekst?

5. Uit welke alinea(‘s) bestaat de inleiding?

6. Uit welke alinea(‘s) bestaat het middenstuk?

7. Uit welke alinea(‘s) bestaat het slot?

8. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

9. Wat is het tekstdoel?

10. Wat is de tekstsoort?

11. Wat is de tekstvorm?

12. Is de tekst objectief of subjectief?

Reflectie

Hoe ging dit? Wat vond je lastig?

Wat heb je aangevuld aan je schema?

Waarover zou je willen lezen?

Lesdoelen

- Aan het einde van de les heb je de theorie van jaar 1 en 2 in je schrift (naslagwerk);

- Aan het einde van de les kun je minimaal drie verbanden noemen tussen zinnen met de daarbij aangegeven signaalwoorden/-groepen.

Leerdoelen

- Aan het einde van het blok kun je verbanden tussen zinnen en alinea’s herkennen en benoemen in de tekst;

- Aan het einde van het blok kun je volledige antwoorden formuleren: de vraagstelling meenemen in het antwoord;

- Aan het het einde van het blok kun je volgens de spellingsafspraken je antwoorden formuleren: hoofdletters, punten, werkwoordspelling, komma’s etc.