In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lezen - Blok 2, opdr.1
Prooi
Slide 1 - Tekstslide
Welke drie functies kun je achtereenvolgens aanwijzen in alinea 1? Kies uit: aanleiding - bewijs - conclusie - stelling - toelichting - vermoeden - vraagstelling
Slide 2 - Open vraag
Welk verband geeft het signaalwoord 'als...dan' aan in al. 4 (r. 14)?
Slide 3 - Open vraag
Hoe is de argumentatie in alinea 4 opgebouwd?
A
probleemstelling-onderbouwing-gevolgtrekking
B
stelling-bewijsvoering-samenvatting
C
veronderstelling-onderbouwing-conclusie
D
vraagstelling-beantwoording-bewering
Slide 4 - Quizvraag
Formuleer de conclusie die alinea 5 bevat, in één volledige zin van maximaal 20 woorden.
Slide 5 - Open vraag
'Nog boeiender...' (r. 33) Welk verband geven deze woorden aan?
Slide 6 - Open vraag
Op welke manier is alinea 10 met de voorafgaande alinea verbonden?
Slide 7 - Open vraag
'Daarachter rijst een groter probleem op.' (r. 26) Welke aspecten van dat probleem worden behandeld in alinea 8, 9 en 10? Noteer de alinea en daarachter het aspect in maximaal 5 woorden.
Slide 8 - Open vraag
Welke twee tekststructuren herken je in de tekst? Kies uit: A bewering-argumentenstructuur/ B probleem-oplossingstructuur/ C verschijnsel-besprekingstructuur/ D voordelen-nadelenstructuur/ E vroeger-nu-structuur.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het belangrijkste schrijfdoel van de tekst? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open vraag
De auteur gebruikt in alinea 1 en 6 Engelse woorden en uitdrukkingen. Geef hiervoor een verklaring.