H3.6 Druk

H3.6 Druk
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H3.6 Druk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning  H3 Krachten
H3.1 Starten + H3.2 Wat is een kracht
H3.3 Grootte en richting van krachten
Herfstvakantie
H3.4 Hefbomen
H3.5 Katrollen
H3.6 Druk

PTA donderdag 5 december 2024


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H10.4
Druk

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H3.6 Druk
  • De grootte van de kracht
  • Het oppervlakte waar de kracht op werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Druk
1. Ik kan de druk op een ondergrond berekenen. 

2. Ik kan de eenheden van druk en van het oppervlakte omrekenen. 

3. Ik kan beredeneren wat er gebeurt met de druk op een ondergrond.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken opgaven hefbomen toevoegen
Voorbeelden van Druk in de natuurkunde

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p = druk [Pa] = [N/m2]
F = Kracht [N]
A = Oppervlakte [m2]

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van Druk in de natuurkunde

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 
kracht
Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = m x g 

F = kracht in Newton (N)
m = massa in kilogram (kg)
g = valversnelling in newton per kg (N/kg), deze is op aarde altijd 10 N/kg
eenheden
De druk kan je berekenen in verschillende eenheden.
1 Pa = 1 N/m2 = 0,0001 N/cm2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Gegevens/gevraagd:
  • A (totaal) = 45 x 2 = 90 cm2  = 0,009 m2
  • m (totaal) = 175 + 90 = 265 kg
  • g = 10 N/kg
  • => Fz = m x g = = 265 x 10 = 2650 N
Gevraagd:
  • p = ? N/m2
Formule:
  • p = F : A    
Uitwerking/Antwoord
  • p = 2650 : 0,009 = 294 444 N/m2
  • p = 2650 : 90      =  29,4 N/cm2
  • LET DUS HEEL GOED OP WELKE EENHEDEN JE GEBRUIKT  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor druk in woorden?
A
Druk = kracht/ oppervlakte
B
Druk = oppervlakte / kracht
C
Druk = kracht x oppervlakte
D
Druk = oppervlakte x kracht

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu aan de slag met H3.6
Maak eerst opg 19 op pagina 63

Voor vandaag moet af: 
  • H3.6 Opg 1 t/m 13 p. 59 (Ontdekken - begrijpen)
Voor donderdag moet af: 
  • H3.6 Opg. 14 t/m 21 p. 62 (Beheersen)

Klaar => 
  • H3.6 F "zelf oefenen" in learnbeat 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opg. 19 werkboek p. 63

De banden van een auto zijn opgepompt tot 2 bar. Een bar is 100 000 Pa. 
De massa van de auto is 1200 kg. 
Bereken het contact-oppervlak tussen de autobanden en de weg in dm2
Gegevens:
  • p = 2 bar  +  1 bar = 100 000 Pa = N/m2 
  • p = 2 x 100 000 = 200 000 N/m2
  • m = 1200 kg (maar we moeten F hebben)
  • Fz = m x g = 1200 x 10 = 12 000 N
Gevraagd:
  • A = ? dm2
Formule:
  • p = F : A   =>   A = F : p
Uitwerking / Antwoord
  • A = 12 000 : 200 000 = 0,06 m2 
  • van m2 naar dm2  (stap 100 groter)
  • => A = 0,006 x 100 = 6 dm2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opg 21 Kader p. 67
De banden van een auto zijn opgepompt tot 2 bar. 
Één bar is 10 N/cm2. 
De massa van de auto is 1200 kg.
Bereken het oppervlak tussen de autobanden en de weg in cm2.

Hoe pak je dit aan!!!
  • Schrijf alle gegevens duidelijk op en let op de eenheden

Gegevens:
  • p = 2 bar    +    1 bar = 10 N/cm2
  • p = 2 x 10 = 20 N/cm2
  • m = 1200 kg
  • Fz = m x g = 1200 x 10 = 12 000 N
Gevraagd:
  • A = ? cm2
Formule:
  • p = F : A   =>  A = F : p
Uitwerking / Antwoord:
  • A = 12 000 : 20 = 600 cm2
  • Het opp. van de banden is 600 cm2
  • (dus van 1 band 75 cm2)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning  H3 Krachten
H3.1 Starten + H3.2 Wat is een kracht
H3.3 Grootte en richting van krachten
Herfstvakantie
H3.4 Hefbomen
H3.5 Katrollen
H3.6 Druk

PTA donderdag 5 december 2024


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk in de natuurkunde

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 
kracht
Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = m x g 

F = kracht in Newton (N)
m = massa in kilogram (kg)
g = valversnelling in newton per kg (N/kg), deze is op aarde altijd 10 N/kg
eenheden
De druk kan je berekenen in verschillende eenheden.
1 Pa = 1 N/m2 = 0,0001 N/cm2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vrachtwagen voor zwaar transport mag ieder wiel maximaal 18 kN belasten. De vrachtwagen vervoerd een zwaar onderdeel met een massa van 50 ton (50 000 kg). Daarvoor gebruiken ze een vrachtwagencombinatie met een groot aantal assen. Aan iedere as zitten vier wielen. Hoeveel assen moeten er minimaal aan deze vrachtwagencombinatie zitten?
Gegevens/gevraagd:
  • m = 50 000 kg   ;   g = 10 N/m2
  • iedere as heeft 4 wielen
  • max belasting per as = 4 x 18 kN = 72 kN
  • Hoeveel assen minimaal nodig?
Formule/uitwerking:
  • Fz = m x g = 50 000 x 10 = 500 000 N = 500 kN
  • Aantal assen = 500 kN : 72 kN = 6,9 
Antwoord:
  • Dus er zijn minimaal 7 assen nodig

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu aan de slag met H3.6
Voor vandaag moet af: 
  • H3.6 Opg 1 t/m 13 p. 59 (Ontdekken - begrijpen)
  • H3.6 Opg. 14 t/m 21 (Beheersen)

Klaar => 
  • H3.6 F "zelf oefenen" in learnbeat 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies