Paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Welkom allemaal / Wat gaan we doen ?
Leg je spullen op tafel en laat je laptop dicht.

Pak je aantekeningenschrift + pen + markeerstift.

Wacht rustig tot de les begint.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal / Wat gaan we doen ?
Leg je spullen op tafel en laat je laptop dicht.

Pak je aantekeningenschrift + pen + markeerstift.

Wacht rustig tot de les begint.

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Slide 2 - Tekstslide

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan
§4  Achterstandswijken verbeteren
Deelvraag: Waarom gaat het met sommige wijken beter dan met andere wijken?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
Aan het einde van de les:

  • Kun je uitleggen wat opleidingsniveau en structurele werkloosheid met elkaar te maken hebben.
  • Kun je uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliep.
  • Kun je uitleggen waarom de integratie van kinderen van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken soms nog steeds lastig is.
  • Kun je uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
  • Kun je uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Wie gaat lezen?
- SOM Today
- Leermiddelen
- Aardrijkskunde
-H3 Arm en rijk in Nederland
- Paragraaf 3.2
We lezen samen de theorie.


Slide 5 - Tekstslide

Veranderingen op de arbeidsmarkt
  • Lage opleiding, lage lonen -> Eenvoudig werk.

  • Door automatisering raken deze  mensen hun baan kwijt waardoor hun soort werk verdwijnt => dit heet structurele werkloosheid.

  • In arbeiderswijk bleven mensen met laag inkomen achter, mensen met betere opleiding +  hogere lonen trokken weg naar wijken buiten het centrum.
Maak aantekeningen!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Moeizame integratie
  • Veel gastarbeiders kwamen naar NL om fabriekswerk te doen. ( jaren 60).
  • Ze spraken de taal niet + laag opgeleid.
  • Ze woonden bij elkaar in 1 wijk.
  • Er was weinig integratie: actief meedoen in de samenleving.

  • Nu: veel werkloosheid onder Turken + Marokkanen. Vaak discriminatie bij sollicitaties.  
  • Zij wonen vaak in de arbeiderswijken in grote steden. 
Maak aantekeningen!

Slide 8 - Tekstslide

Slechte leefbaarheid
  • In goedkope huurwoningen: veel werkloosheid + veel armoede. 
  • Hierdoor een slechte leefbaarheid in deze wijken = achterstandswijken

  • Problemen die ontstaan:
  • Weinig Sociale cohesie/samenhang: Hoe mensen met elkaar omgaan en hoe zich verbonden voelen met elkaar.
  • Hoge Sociale onveiligheid: De onveiligheid in een gebied veroorzaakt door criminaliteit.
Maak aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Vragen?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar SOM Today
Leermiddelen
Aardrijkskunde
2 vmbo t/h
Ga naar paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

We gaan een aantal opdrachten samen maken:
    3   4   5  en   6 + samenvatting(8)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

HERHALING
Paragraaf 3.2
Veranderingen in oude arbeiderswijken

Slide 14 - Tekstslide

Wat is integratie?

Slide 15 - Open vraag

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Spullen vernielen
B
Inbraken
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 17 - Quizvraag

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 18 - Quizvraag

Waar is sociale cohesie het grootst?
A
In de stad
B
In grotere dorpen
C
Op het platteland
D
Overal in Nederland even hoog.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 20 - Quizvraag

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...
A
integratie
B
welzijn
C
sociaal-economische status
D
sociale cohesie

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn welvaartsziekten?

Slide 22 - Woordweb

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 23 - Quizvraag

Dit zijn kenmerken van achterstandswijken
A
hoge werkloosheid, veel koopwoningen en drugsoverlast
B
weinig sociale cohesie, veel welvaartsziektes en veel koopwoningen
C
mensen met weinig opleiding, een slechte gezondheid en a-sociaal gedrag
D
hoge autodichtheid, weinig voorzieningen en hoge sociaaleconomische status

Slide 24 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 25 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verband tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verband tussen sociale cohesie en achterstandswijken

Slide 28 - Open vraag

Waarom hebben mensen in achterstandswijk vaak een slechte leefstijl

Slide 29 - Open vraag