Paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Pak je aantekeningenschrift er alvast bij
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Pak je aantekeningenschrift er alvast bij

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
14.50 - 14.55 Welkom en lesplanning
14.57 - 15.08 Herhaling paragraaf 3.1  Nederland arm en rijk
15.08  -15.10 Leerdoelen paragraaf 3.2 Arbeiderswijken
15.10 -15.19 Leerdoel 1 Integratie
15.19 -15.25 Leerdoel 2 slechte leefbaarheid
15.25 -15.33 Leerdoel 3 welvaartsziekten
15.33 - 15.55 Topografie van Nederland 
15.55 - 16.00 Check Topografie van Nederland
16.00 -16.10 Kahoot arm en rijk leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 3.1
Log in en doe mee!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe meet je het welzijn van een land?
A
BNP
B
HDI
C
BBP/Hoofd
D
BRP

Slide 4 - Quizvraag

Wat past niet bij een laag welzijn?
A
alfabetiseringsgraad: 40%
B
alfabetiseringsgraad: 100%
C
levensverwachting 51
D
Levensverwachting 56

Slide 5 - Quizvraag

Welzijn is hetzelfde als welvaart
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn
A
Hoger
B
Lager

Slide 7 - Quizvraag

Hoe hoog de WOZ-waarde is hoe ............ je een woning is
timer
0:20
A
duurder
B
goedkoper

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de WOZ-waarde?
A
De waarde van het inkomen van de inwoners
B
De waarde van een gebouw
C
De waarde van het bezit van de inwoners
D
De waarde van de winst na een verbouwing van een gebouw

Slide 9 - Quizvraag

Een wijk is een...
A
Deel van een dorp
B
Deel van een stad
C
Deel van een provincie
D
Deel van een land

Slide 10 - Quizvraag

Deze wijk is ...
A
Arm
B
Rijk

Slide 11 - Quizvraag

Deze wijk is ...
A
Arm
B
Rijk

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor wijk is dit?
A
Vooroorlogse wijk
B
Arbeiderswijk
C
Naoorlogse wijk
D
Jaren 70 wijk

Slide 13 - Quizvraag

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan

SLAAN WIJ OVER
§4  Achterstandswijken verbeteren
Deelvraag: Waarom gaat het met sommige wijken beter dan met andere wijken?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2
Aan het einde van de les:

  1. Kun je uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliep.
  2. Kun je uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
  3. Kun je uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.
  4. Je hebt de topografie van de Nederlandse steden en wateren geoefend.

Tijdens de uitleg:
 maak je aantekeningen

Slide 15 - Tekstslide

Relatie tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid 
  • Mensen met een lage opleiding hebben vaak lage lonen -> Ze doen eenvoudig werk.
  • Door automatisering raken deze  mensen hun baan kwijt waardoor hun soort werk verdwijnt => dit heet structurele werkloosheid

In arbeiderswijk bleven mensen met laag inkomen achter omdat:
  • Mensen met betere opleiding meer loon kregen en verhuisden naar betere
    woonwijken.
Maak aantekeningen!

Slide 16 - Tekstslide

Wat is integratie?
Integratie en segregratie
Definitie integratie
Mate waarin verschillende groepen mensen actief meedoen aan de samenleving. Deel gaan uitmaken van een groep met een andere identiteit.

Slide 17 - Tekstslide

Integratie

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel 1: Moeizame integratie
Integratie = actief meedoen in de samenleving.

  • Veel gastarbeiders kwamen naar NL om eenvoudig werk te doen. 

  • Zij wonen vaak bij elkaar in oude arbeiderswijken. Ze integreerden niet goed, spraken de Nederlandse taal niet goed genoeg. Ze vinden daardoor moeilijk ander werk.

Maak aantekeningen!

Slide 19 - Tekstslide

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 20 - Quizvraag

Wat is integratie?
A
Goed meedoen in de maatschappij
B
Iemand die geboren is in het buitenland
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven apart van elkaar
D
Dat mensen verhuizen naar het buiteland

Slide 21 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 22 - Quizvraag

Waarom vindt de overheid het belangrijk dat er buurtfeesten georganiseerd worden?


  • Onveiligheid bestrijden door sociale cohesie te verbeteren. 

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoel 2: Slechte leefbaarheid
  • In goedkope huurwoningen: veel werkloosheid --> dus veel armoede --> Hierdoor een slechte leefbaarheid in deze wijken.

Problemen die ontstaan:
  • Sociale cohesie/samenhang is slecht. Er is weinig contact onderling, mensen blijven binnen hun eigen groep.
  • Sociale onveiligheid is hoog: Onderhoud van huizen en straten zijn slecht. Veel hangjongeren, vernielingen -> niemand voelt zich verantwoordelijk.
Maak aantekeningen!

Slide 24 - Tekstslide

Vragen bij Danny zoekt problemen
Schrijf deze vragen op:

1 . Welke problemen zie je in dit filmpje (schrijf er drie op!)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Spullen vernielen
B
Inbraken
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 28 - Quizvraag

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 29 - Quizvraag

Waar is sociale cohesie het grootst?
A
In de stad
B
In grotere dorpen
C
Op het platteland
D
Overal in Nederland even hoog.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 31 - Quizvraag

Leerdoel 3: Hoe kan een laag inkomen leiden tot welvaartziektes?

Welvaartziekten:
hart- en vaatziekten, suikerziekte, kanker.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...
A
integratie
B
welzijn
C
sociaal-economische status
D
sociale cohesie

Slide 34 - Quizvraag

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 35 - Quizvraag

Dit zijn kenmerken van achterstandswijken
A
hoge werkloosheid, veel koopwoningen en drugsoverlast
B
weinig sociale cohesie, veel welvaartsziektes en veel koopwoningen
C
mensen met weinig opleiding, een slechte gezondheid en a-sociaal gedrag
D
hoge autodichtheid, weinig voorzieningen en hoge sociaaleconomische status

Slide 36 - Quizvraag

Aan de slag  tijd 15.33 -15.55  
Je gaat naar de classroom MAVO 3 
Je vind hier de topografie van Nederland 
Je gaat in tweetallen met behulp van de bosatlas of google maps het volgende opzoeken:
- steden 1 t/m 60
- wateren 

Heb je dit gedaan dan upload je jouw antwoorden in de classroom.

Slide 37 - Tekstslide

Wat is het verband tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid

Slide 38 - Open vraag

Wat is het verband tussen sociale cohesie en achterstandswijken

Slide 39 - Open vraag

Waarom hebben mensen in achterstandswijk vaak een slechte leefstijl

Slide 40 - Open vraag