In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H1 t/m H3
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een mengsel?
A
Een zuivere stof
B
Een enkelvoudige stof
C
Een chemische reactie
D
Een combinatie van meerdere stoffen
Slide 2 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 3 - Quizvraag
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 4 - Quizvraag
Een mengsel van zout en water is een ............. mengsel
A
homogeen
B
heterogeen
Slide 5 - Quizvraag
Waarmee kan je de onderstaande stoffen aantonen?
Een gloeiend houtje vlamt erin op.
Wit kopersulfaat
Kalkwater
Aansteken, je hoort een 'blafje'
Waterstof
Water
Zuurstof
Koolstofdioxide
Slide 6 - Sleepvraag
Je ziet moleculen volgens het deeltjesmodel afgebeeld. Is dit een mengsel of een zuivere stof?
A
Mengsel: bevat één soort moleculen
B
Zuivere stof: bevat één soort moleculen
C
Mengsel: bevat meerdere soorten moleculen
D
Zuivere stof: bevat meerdere soorten moleculen.
Slide 7 - Quizvraag
Tijdens een practicum krijgt Fenna 30 ml van een likeur. De likeur gaat ze destilleren. Ze vangt de alcohol op. In de tabel staan de alcoholpercentages van likeuren die tijdens het practicum worden gebruikt. Na het destilleren heeft zij 12 mL alcohol opgevangen. Welke likeur heeft Fenna gebruikt?
A
Amaretto
B
Grand marnier
C
Guignot
D
Licor 43
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je de vaste stof die bij filtratie op het filter achterblijft?
A
bezinksel
B
filtraat
C
neerslag
D
residu
Slide 9 - Quizvraag
Scheidingsmethoden berusten op een verschil in stofeigenschappen. Van welke stofeigenschap maak je gebruik bij filtreren?
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
kookpunt
D
smeltpunt
Slide 10 - Quizvraag
Je ziet een afbeelding van een destillatieopstelling. Bij destilleren vinden er twee faseovergangen plaats. In welk onderdeel is er sprake van condensatie?
A
2
B
8
C
4
D
10
Slide 11 - Quizvraag
Faseveranderingen 1 en 4 zijn
A
verdampen en stollen
B
condenseren en vervluchtigen=sublimeren
C
stollen en sublimeren
D
condenseren en stollen
Slide 12 - Quizvraag
Faseveranderingen 3 en 6 zijn
A
stollen en rijpen
B
smelten en (vervluchtigen) sublimeren
C
rijpen en verdampen
D
condenseren en stollen
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel verschillende stoffen zijn afgebeeld?
A
1
B
2
C
3
D
6
Slide 14 - Quizvraag
In een glas Cola van 150 mL is ongeveer 15,6 g suiker opgelost. Bereken de concentratie suiker in cola in g/L.
A
9,6 g/L
B
104 g/L
C
0,0096 g/L
D
0,104 g/L
Slide 15 - Quizvraag
Huishoudazijn bevat 4 massa% azijnzuur. Hoeveel gram azijnzuur zit in een fles die 800 g huishoudazijn bevat?
A
4 gram
B
8 gram
C
16 gram
D
32 gram
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een legering?
A
een mengsel van hout en metaal
B
een mengsel van kunststof en hout
C
een mengsel van verschillende houtsoorten
D
een mengsel van metalen
Slide 17 - Quizvraag
Welke stoffen hebben een smelttraject?
A
Water
B
Azijn
C
Suikerwater
D
Rubber
Slide 18 - Quizvraag
Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het smeltpunt?
A
352 graden C
B
50 graden C
C
60 graden C
D
Kan je niet weten
Slide 20 - Quizvraag
Welke stoffen hebben een smelttraject?
A
Water
B
Azijn
C
Suikerwater
D
Rubber
Slide 21 - Quizvraag
Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het smeltpunt?
A
352 graden C
B
50 graden C
C
60 graden C
D
Kan je niet weten
Slide 23 - Quizvraag
Welke stoffen hebben een smelttraject?
A
Water
B
Azijn
C
Suikerwater
D
Rubber
Slide 24 - Quizvraag
Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het smeltpunt?
A
352 graden C
B
50 graden C
C
60 graden C
D
Kan je niet weten
Slide 26 - Quizvraag
Welke stoffen hebben een smelttraject?
A
Water
B
Azijn
C
Suikerwater
D
Rubber
Slide 27 - Quizvraag
Welke stoffen hebben een smelttraject?
A
Water
B
Azijn
C
Suikerwater
D
Rubber
Slide 28 - Quizvraag
Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee
Slide 29 - Quizvraag
Een zuivere stof heeft een smelttraject
A
Nee
B
Ja
C
Soms
D
Geen idee
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het smeltpunt?
A
352 graden C
B
50 graden C
C
60 graden C
D
Kan je niet weten
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het smeltpunt?
A
352 graden C
B
50 graden C
C
60 graden C
D
Kan je niet weten
Slide 32 - Quizvraag
Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Indampen
Bezinken
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplosbaarheid
Slide 33 - Sleepvraag
Hoe geven we dit een reactie schema weer?
A
Beginstoffen --> reactieproducten
B
Reactieproducten --> beginstoffen
Slide 34 - Quizvraag
Is dit een juist reactie schema? ijzer + zuurstof -> ijzeroxide
A
Klopt helemaal
B
Klopt niet helemaal
Slide 35 - Quizvraag
geef de reactie schema van ijzerchloride dat splitst in ijzer en chloor