1A - P1 - Week 10 - les 13

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom!
- Stillezen / werken aan opdracht
- Bespreken spelling
- Theorie bijvoeglijk naamwoord
- Aan de slag

Doel:
- Je weet hoe je de juiste hoofdletters in zinnen moet zetten
- Je kunt het meervoud en verkleinwoord van zelfstandig naamwoorden juist schrijven
- Je kunt de juiste vorm van een bijvoeglijk naamwoord schrijven. 

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Zie Learnbeat
Bespreken 2.2 onderdeel C

Slide 5 - Tekstslide

Een leuke les
Een leuk liedje
De loempia is lekker
De lekkere loempia
Een rood blad
De rode trui


Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Een leuke les
Een leuk liedje
De loempia is lekker
De lekkere loempia
Een rood blad
De rode trui

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e

Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Een leuke les
Een leuk liedje
De loempia is lekker
De lekkere loempia
Een rood blad
De rode trui

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e

Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e


Test:

De tafel is blauw


Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e


Test:

De tafel is blauw

Dus: de blauwe tafel

Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e


Test:

De tafel is van hout




Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om een bijvoeglijk naamwoord te schrijven:
- Met een -e en zonder de -e
- Met -en


Test:

De tafel is van hout

De houten tafel




Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag:

maak van Spelling 2.2 onderdeel D helemaal

Niet af?
- Huiswerk voor morgen.
Spelling 2.2  D - bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Tekstslide