persoonsvorm

Persoonsvorm
  • Is altijd een werkwoord
  • In elke zin staat een persoonsvorm
  • Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken of door de tijd- of de getalproef.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm
  • Is altijd een werkwoord
  • In elke zin staat een persoonsvorm
  • Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken of door de tijd- of de getalproef.

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp van de zin vind je door de volgende vraag te stellen:
'Wie/wat + PV?'

Slide 2 - Tekstslide

Enkelvoud of meervoud
Soms lijkt het onderwerp meervoud, maar dan is het enkelvoud.
Dit is zo bij onderwerpen die een groep aangeven. 

Bijvoorbeeld:
Een kudde koeien staat in de wei.
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish.


Slide 3 - Tekstslide

Andere groepswoorden
bende, berg, blik, bos, bups, colonne, drom, aantal, hoeveelheid, horde, kluit, kluwen, kudde, lading, leger, legioen, menigte, meute, reeks, rij(tje),rits, roedel, schare, slag, soort, stoet, troep, verzameling, zooi/zootje

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
  • Soms heeft het onderwerp veel woorden
  • Hierdoor kun je in de war raken
De ouders van mijn vriend zijn niet thuis
De vader van deze kinderen is boos

Slide 5 - Tekstslide

Vul in:
''Volgens de agent ... de dieven veel geld gestolen.''
A
heeft
B
hebben

Slide 6 - Quizvraag

Persoonsvorm: Goed of fout?
''Een hoop leerlingen hebben een voldoende voor hun toets.''
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Vul de pv in:
'' 's Middags ... (eten) een aantal leerlingen thuis''

Slide 8 - Open vraag

Goed of fout?
''De zwerm bijen lijkt boos te zijn.''
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Vul in:
''De snoepjes van Chantal zijn nu al opgegeten. Ze ... groot fan van drop.''
A
is
B
zijn

Slide 10 - Quizvraag

Goed of fout?
''De directrice heeft twee werknemers ontslagen. Zij presteerde niet goed.''
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout?
''Toen ik over de reling keek, zwommen een school vissen voorbij.''
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag