3 Politieke partijen

3 Politieke partijen
Centrale vragen:
- wat houdt het kiesrecht in? (3.1)
- Welke rol spelen politieke partijen in de politiek? (3.1)
- Hoe kun je politieke partijen indelen? (3.2)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3 Politieke partijen
Centrale vragen:
- wat houdt het kiesrecht in? (3.1)
- Welke rol spelen politieke partijen in de politiek? (3.1)
- Hoe kun je politieke partijen indelen? (3.2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen
Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder hebben:

actief kiesrecht = recht om te stemmen
passief kiesrecht = je mag jezelf verkiesbaar stellen

Je kunt jezelf verkiesbaar stellen door lid te worden van een politieke partij of door er zelf een op te richten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke 4 jaar kiezen we:

- Tweede kamer
- Provinciale Staten
- Gemeenteraad
Elke 5 jaar kiezen we:

- Europees parlement

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het: Kiesstelsel
Het kiesstelsel is de manier waarop de verkiezingen geregeld zijn.

In Nederland is dat met het Stelsel van evenredige vertegenwoordiging. 
Dat is het totaal aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal zetels.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld
8 000 000 mensen hebben gestemd
Er zijn 150 zetels in de 2e kamer

8 000 000:150 = 53 333 stemmen per zetel. Dus heeft een partij 160.000 stemmen dan krijgen ze 3 zetels in de 2e kamer

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anders: Meerderheidsstelsel
In dit stelsel kan ook een kleine partij zetels krijgen in de regering. 

In het meerderheidsstelsel is dat niet. Bij het meerderheidsstelsel zoals in Engeland en Amerika wordt het land opgedeeld in kleine gebieden (districten). Elk district heeft een aantal zetels in  de regering. De partij die in dat gebied de meeste stemmen heeft krijgt alle zetels voor dat district. De andere partijen die ook stemmen hadden maar niet het meeste krijgen helemaal geen zetel. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerderheidsstelsel
Bij dit systeem zijn er vaak maar 2-3 grote partijen. De partij die in de meeste gebieden de meeste stemmen haalt wint de verkiezingen en kan regeren.

Die partij heeft de meerderheid in het parlement en kan dus zelf bepalen welke wetten er komen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: de VS
Hier zijn maar 2 partijen:

De Democraten  - De Republikeinen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Politieke partijen
Als je gaat stemmen dan stem je vaak op een persoon. Die persoon hoort altijd bij een politieke partij.

Een politieke partij is een groep mensen die allemaal ongeveer hetzelfde idee hebben over hoe de samenleving eruit zou moeten zien.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke partijen
Elke partij wil zoveel mogelijk zetels krijgen bij de verkiezingen want hoe meer zetels hoe meer ze hun ideeën kunnen laten terugkomen in wetten en regels.

Wat de plannen en ideeën van verschillende politieke partijen zijn kun je lezen in hun verkiezingsprogramma.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

verkiezingsprogramma PVV - onderwijs

Slide 13 - Tekstslide

Groenlinks PVDA verkiezingsprogramma onderwijs
Lijsttrekker
De lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd. Hij/zij is het gezicht vam de partij.


Slide 14 - Tekstslide

VVD Dilan Yesilgöz
FVD Thierry baudet
Groen-links/PVDA Frans Timmermans
CDA Wopke Hoekstra
Peilingen en zwevende kiezers
Lijsttrekkers komen vaak op tv en voeren daar debat. Deze mediaoptredens zijn belangrijk voor de peilingen. Dat is een soort voorspelling. Als de verkiezingen vandaag gehouden zouden worden dat zou .... nu de grootste partij worden.
Politieke partijen doen tot de dag van de verkiezingen hun best om mensen over te halen op hen te stemmen. Er zijn namelijk altijd zwevende kiezers: mensen die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.  Die kunnen op het laatste moment nog overgehaald worden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen politieke partijen?
Ze proberen op allerlei manieren invloed uit te oefenen op het beleid van de overheid:
- ze leveren mensen voor politieke functies zoals ministers of burgemeesters. 
- Ze laten mensen weten wat hun ideeën (standpunten) zijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen politieke partijen?
- Ze vertegenwoordigen de belangen van maatschappelijke organisaties en bepaalde groepen in de samenleving. Zo zet de VVD zich in voor werkgevers en de SP voor werknemers. Het CDA en de CU voor gezinnen en 50PLUS voor ouderen.
- Ze proberen mensen in politieke functies te beïnvloeden. Ze hebben vooral contact met ministers, kamerleden en raadsleden van hun eigen partij.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga naar blz 31
Maak opdrachten 1 t/m 5

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 indeling partijen
Je kunt partijen op 3 manieren indelen:
- progressief of conservatief
- rechts, links of midden
- per stroming bijvoorbeeld liberaal of socialistisch

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progressief of conservatief?
Progressief betekent 'veranderingsgezind', dus partijen die dingen willen veranderen in de maatschappij. (D66, VVD, Groenlinks)

Conservatief betekent 'behoudend', dus partijen die willen dat dingen blijven zoals het is. (CDA, ChristenUnie en SGP)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechts, links of midden?
Deze indeling heeft vooral te maken met hoeveel de overheid zich moet bemoeien met de mensen en de samenleving. 

Moeten mensen zelf hun problemen oplossen of moet de overheid helpen?  We kijken er even samen naar:

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechts

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een filmpje
https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet helemaal links of rechts
Partijen zijn vaak niet 100% links of rechts maar hebben per thema linksere of rechtsere ideeën. De VVD is rechts, dus tegen verandering maar heeft geen problemen met het Homo-huwelijk. 

Zo zijn sommige linkse partijen weer linkser dan andere partijen en is er dus altijd een verschil. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Per stroming
Liberale partijen vinden dat de overheid zich zo min mogelijk met de burgers moet bemoeien. Zij zijn meestal 'rechts' (VVD, D66)

Socialistische partijen vinden dat de overheid juist actief voor de burgers moet zorgen. Zij zijn meestal links. (Groenlinks/PVDA, SP)

Confessionelen baseren hun politieke punten op basis van hun geloof. (ChristenUnie, SGP)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
- Ga naar blz 33
Maak opdrachten 6 t/m 10
- Ga naar blz 38
Maak opdr 15
- Ga naar blz 41
Maak de invulsamenvatting

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies