Module 4 terugblik leerjaar 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke fasen bestaat het zorgproces?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wat staat er allemaal in het cliënt dossier?

Slide 4 - Open vraag

Stelling I: Als zorgverlener kun je in een elektronisch cliëntdossier (ECD) alleen toegang krijgen tot de onderdelen die voor jouw werk belangrijk zijn.
Stelling II: De cliënt heeft geen toegang tot zijn eigen ECD.
Welke stelling is juist

A
Beide juist
B
Beide onjuist
C
1 juist 2 onjuist
D
1 Onjuist 2 juist

Slide 5 - Quizvraag

In welke domeinen kan een zorgplan verdeeld worden?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Ondersetu

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk voor jou als zorgverlener zonder vooroordelen en bepaalde verwachtingen het kennismakingsgesprek in te gaan?

Slide 9 - Open vraag

Oordelen
Waar met mensen gewerkt wordt, kunnen irritaties, conflicten en spanningen ontstaan. Een mening over een persoon of een situatie is dan snel gevormd. Altijd helemaal onbevooroordeeld blijven is daarom simpelweg onmogelijk, ook als het om cliënten gaat. Elsz: ‘En dat is helemaal niet erg. Natuurlijk gebeurt mij dat ook. Ik ben ook maar een mens met af en toe een slecht humeur. Soms leidt het tot een aanvaring, waarvan het goed is dat ik die met de cliënt uitpraat. En mocht het echt niet klikken met een cliënt? Bijvoorbeeld omdat onze persoonlijkheden te veel botsen? Dan neemt een collega de cliënt van me over. Zo neem ik de cliënt én mezelf serieus. Daarnaast denk ik dat het goed is om te sparren met collega’s om je scherp te houden in je werk. Wel ga ik altijd bij mezelf te rade waarom juist die ene cliënt weerstand bij mij oproept. Dit helpt me om op een prettige manier in gesprek te blijven met mijn cliënten.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Als je een interview(gesprek) houdt met een cliënt waar let je dan op bij de voorbereiding?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Waar let je op bij een interview tijdens een gesprek?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een objectieve en subjectieve observatie

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het is Sara opgevallen dat een kind uit haar groep zich de laatste tijd anders gedraagt. Normaal is het kind erg vrolijk, maar de laatste weken komt het erg somber over. Ze besluit om het kind te observeren, maar wil dit niet te opvallend doen. Daarom gaat Sara het kind observeren terwijl ze samen bezig zijn met een knutselactiviteit. Ze besluit daarbij vooral te letten op hoe vaak het kind lacht tijdens de activiteit.
A
Participerende / gestructureerde observatie
B
Participerende / ongestructureerde observatie
C
Niet-participerende gestructureerde observatie
D
Niet - participerende / ongestructureerde observatie

Slide 19 - Quizvraag

Sara merkt dat het haar tijdens de knutselactiviteit niet lukt om te observeren, omdat ze te druk bezig is met de andere kinderen in de groep. Ze besluit de observatie opnieuw uit te voeren, maar dat ze daarbij in de hoek van de ruimte gaat zitten en meteen aantekeningen maakt. Het doel van de observatie blijft hetzelfde: kijken hoe vaak het kind lacht tijdens de activiteit.
A
Participerende / gestructureerde observatie
B
Participerende / ongestructureerde observatie
C
Niet - Participerende / gestructureerde observatie
D
Niet - Participerende / ongestructureerde observatie

Slide 20 - Quizvraag

Risicosignalering
- Een client kan risico's lopen zoals: Vallen, doorligplek of depressie. 

- Bij risicosignalering ga je in een vroeg stadium de risico's in kaart brengen. 

Slide 21 - Tekstslide

Volgende schooljaar
- Doelen maken
- Plan van aanpak maken
- Rapporteren
- Evaluatie en bijstelling
- Draagvlak creeren

Slide 22 - Tekstslide

Module 5
Socialisatieverslag

Slide 23 - Tekstslide