Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
bezittelijk voornaamwoord
Proefwerk woordjes en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Proefwerk woordjes en bezittelijke voornaamwoorden
Slide 1 - Tekstslide
werkwoorden vervoegen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en
Slide 2 - Sleepvraag
2. Vervoeg het werkwoord:
er ... (reden)
A
redet
B
rede
C
red
Slide 3 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord 'spielen': ich.........
A
spielst
B
spiele
C
spielt
Slide 4 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord 'heißen': du.........
A
heiße
B
heißst
C
heißt
Slide 5 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord 'finden': ihr.........
A
findt
B
findet
C
finde
Slide 6 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord 'essen': ich.........
A
esse
B
isse
Slide 7 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord 'machen': es.........
A
macht
B
mächt
Slide 8 - Quizvraag
Vervoeg het werkwoord:
spielen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
Sie / sie
spiele
spielst
spielt
spielen
spielt
spielen
Slide 9 - Sleepvraag
Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes
Slide 12 - Quizvraag
Er volgen nu opdrachten over het bezittelijke voornaamwoord
Slide 13 - Tekstslide
Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Das ist Ihr Fahrrad.
A
das
B
ist
C
Ihr
D
Fahrrad
Slide 17 - Quizvraag
Vertaal in het Duits:
een
A
kein - keine
B
mein - meine
C
ein - eine
D
sein - seine
Slide 18 - Quizvraag
Vertaal in het Duits:
geen
A
kein - keine
B
dein - deine
C
ein - eine
D
sein - seine
Slide 19 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
mijn ________________ Vater
A
mein
B
meine
Slide 20 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
onze ________________ Dusche (v)
A
unser
B
unsere
Slide 21 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
jouw ________________ Handy (o)
A
dein
B
deine
Slide 22 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
zijn ________________ Fernseher (m)
A
sein
B
seine
Slide 23 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
haar ________________ Schlafzimmer (o)
A
ihr
B
ihre
Slide 24 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
uw ________________ Garten (m)
A
Ihr
B
Ihre
Slide 25 - Quizvraag
Vertaal de bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn/haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein(e)
dein(e)
sein(e) / ihr(e)
unser(e)
euer(e)
ihr(e)/Ihr(e)
Slide 26 - Sleepvraag
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord
Das sind (onze) Eltern (mv)
A
meine
B
dein
C
ihre
D
unsere
Slide 27 - Quizvraag
Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn) Buch (o)
A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein
Slide 28 - Quizvraag
Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr
Slide 29 - Quizvraag
(Mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 30 - Quizvraag
(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
Unser
B
Euere
C
Unsere
D
Euer
Slide 31 - Quizvraag
Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein
Slide 32 - Quizvraag
Vertaal: Nebenjob
Slide 33 - Open vraag
Vertaal: Taschengeld
Slide 34 - Open vraag
vertaal: die freie Stelle
Slide 35 - Open vraag
Vertaal: die Bewerbung
Slide 36 - Open vraag
vertaal: die Nachhilfe
Slide 37 - Open vraag
vertaal: die Traumreise
Slide 38 - Open vraag
Vertaal: die Welt
Slide 39 - Open vraag
vertaal: der Arbeitgeber
Slide 40 - Open vraag
vertaal: die Anzeige
Slide 41 - Open vraag
vertaal: der Laden
Slide 42 - Open vraag
Ende
Slide 43 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
proefwerkweektoets klas 2 Kapitel 6 en 7
Juni 2024
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
HA2: Kapitel 3 grammatik oefentoets
November 2020
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Pers.vnw. + haben & sein + feesttenten + bez.vnw. + vraagwoorden
December 2019
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Na klar 2 havo/vwo Oefentoets Kapitel 1 Hamburg
Oktober 2023
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3 KT Verben (K1)
Oktober 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
M2 TrabiTour Wiederholung PTO 2
April 2023
- Les met
52 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3T Grammatik K1
November 2023
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3