In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Literaire bouwstenen
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Welke literaire begrippen herinner je je nog uit de lessen over de bouwstenen van fictie?
Slide 2 - Woordweb
Plaats de termen bij de juiste rubriek
TIJD
PERSONAGES
VERTELPERSPECTIEF
tragisch
synchroon
flashback
round
auctorieel
held
personeel
chronologisch
Slide 3 - Sleepvraag
Welk soort verhaalbegin is dit? Deze geschiedenis gaat over het land Katoren. Hij begint op een nacht, zeventien jaar geleden. Voor twee mensen was die nacht heel in het bijzonder belangrijk. Voor de koning van Katoren en voor Stach. (Jan Terlouw, Koning van Katoren)
A
flash forward
B
ab ovo
C
tijdversnelling
D
in medias res
Slide 4 - Quizvraag
Welk vertelperspectief herken je in dit fragment? 'Wie ben jij?' hoorde hij in het Spaans vragen. De jongen was verbluft. Zat hij aan tekens te denken en hup, kwam er iemand opdagen! [...] De nieuwkomer was een westers geklede jongeman, maar aan zijn huidskleur te zien kwam hij hoogstwaarschijnlijk hier uit de stad. (Paulo Coelho, De Alchemist)
A
persoonlijke hij-verteller
B
alwetende hij-verteller
C
persoonlijke ik- verteller
D
alwetende ik-verteller
Slide 5 - Quizvraag
In een verhaal wordt beschreven wat er gedurende één nacht gebeurt. Dit noemen we...
A
tijdsversnelling
B
tijdsvertraging
C
verteltijd
D
vertelde tijd
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de verteltijd van een verhaal?
Slide 7 - Open vraag
Een ander woord voor protagonist is ...
Slide 8 - Open vraag
Thriller, sprookje, griezelverhaal en komedie zijn voorbeelden van...