2.5 Voedselbederf

2.5    Voedselbederf
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

2.5    Voedselbederf

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Je kunt toepassingen van micro-organismen benoemen in het produceren van voedsel.

Slide 2 - Tekstslide

Het advies over gezonde voeding staat in de schijf van... ?
A
vier
B
vijf
C
zes
D
tien

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 4 - Quizvraag

Welke kleur van de schijf van 5 bevat veel vitaminen
A
blauw
B
groen
C
oranje
D
roze

Slide 5 - Quizvraag

In welk vak van de schijf van
5 vind je veel eiwitten?
A
groente en fruit
B
brood, pasta, rijst en aardappelen
C
vlees, vis en zuivel
D
olie en vetten

Slide 6 - Quizvraag

Welke kleur van de schijf van 5 bevat veel water?
A
blauw
B
groen
C
oranje
D
geel

Slide 7 - Quizvraag

In welk vak van de schijf van
5 vind je veel vezels?
A
groente en fruit
B
brood, pasta, rijst en aardappelen
C
vlees, vis en zuivel
D
olie en vetten

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is de schijf van 5 belangrijk?
A
Om gezond en gevarieerd te eten
B
Om uit te zoeken wat je wel lekker vindt
C
Om gezond en ongezond te eten
D
Om ongezond te eten

Slide 9 - Quizvraag

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen.

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten.
Tasten dunne darm aan.


Slide 10 - Tekstslide

1

Slide 11 - Video

00:34
Hoe weet je of een product nog houdbaar is?

Slide 12 - Open vraag

Conserveren
 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdbaar zijn.
Door conserveren worden omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt. 

Slide 13 - Tekstslide

Invriezen: -20 graden
Drogen: water onttrekken

Slide 14 - Tekstslide

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood
Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Slide 15 - Tekstslide

Vacuüm verpakken: lucht eruit
Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Slide 16 - Tekstslide

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 17 - Tekstslide

Additieven
Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken.

Slide 18 - Tekstslide

Een infectie die ontstaat door eten dat besmet is met chemische stoffen, bacteriën of andere ziekteverwekkers
A
Voedselziekte
B
Voedselvergiftiging
C
Voedselgriep
D
Voedselbederf

Slide 19 - Quizvraag

Voedsel kort verhitten tot 72 graden waardoor veel bacteriën en schimmels doodgaan.
A
Steriliseren
B
Doorstralen
C
Pasteuriseren
D
Drogen

Slide 20 - Quizvraag

Alle lucht uit een verpakking weghalen zodat er geen zuurstof meer in zit.
A
Gasverpakken
B
Vacuüm verpakken
C
Drogen
D
Invriezen

Slide 21 - Quizvraag

Als het water aan een voedingsmiddel onttrekken zodat bacteriën en schimmels niet kunnen voortplanten.
A
Doorstralen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Drogen

Slide 22 - Quizvraag

Voedsel sterk verhitten tot 130-140 graden waardoor alle bacteriën en schimmels doodgaan.
A
Steriliseren
B
Pasteuriseren
C
Gasverpakken
D
Doorstralen

Slide 23 - Quizvraag

Bij doorstralen worden voedingsmiddelen doorgestraalt met radioactieve stralen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Bij invriezen wordt de temperatuur tot ongeveer -10 graden verlaagd .
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Gasverpakken gebeurt vaak bij groenten of vlees
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Conserveermiddelen zijn een soort..
A
Gassen
B
Additieven
C
Mineralen
D
Suikers

Slide 27 - Quizvraag

2.5 Voedselbederf
Blz. 137 t/m 144
Opdr. 1 t/m 8
(Huiswerk voor na de vakantie)
Maandag na de vakantie: SO 2.1 t/m 2.5

Slide 28 - Tekstslide