Introductie & paragraaf 2 Frankrijk voor de revolutie

Introductie & paragraaf 2 Frankrijk voor de revolutie
2C
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie & paragraaf 2 Frankrijk voor de revolutie
2C

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Introductie
  3. Uitleg paragraaf 2
  4. Werken aan werkwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt wat een standensamenleving inhoudt. 
  • Je kunt uitleggen waar de derde stand ontevreden over was

Slide 3 - Tekstslide

Introductie
  • Wat weet je al van de Franse Revolutie? 
  • Wat weet je nog over Lodewijk XIV?
  • Wat zou een standensamenleving kunnen betekenen? 

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
Standensamenleving = Samenleving die verdeeld is in drie groepen. Geestelijkheid, adel, burgers en boeren. De eerste en tweede stand hebben allemaal voorrechten. 
Voorrechten = Een recht die niet iedereen heeft
Absolute macht = Alle macht is in handen van 1 persoon

Slide 5 - Tekstslide

Eerste stand
  • Standenmaatschappij: Bevolking verdeeld in drie standen
  1. Eerste stand: Geestelijkheid 
  •  Mensen met een functie binnen de katholieke kerk
  • Taak: zielzorg
  • Hadden bevoorrechte positie in de samenleving

Slide 6 - Tekstslide

Tweede stand
2. Tweede stand: adel 
  • Mensen met titels 
  • Verdienden geld aan het land dat ze hadden
  • Taak: Belangrijke functies in het leger

Slide 7 - Tekstslide

Derde stand
3. derde stand: Iedereen die niet bij stand 1 of 2 hoorde
  • Negentig procent van de bevolking 
  • Verschil in welvaart was groot -> Niet allemaal boeren
  • Allemaal ontevreden over de omstandigheden 
  • Taak: belasting betalen 
  • Werkten hard maar kregen er niks voor terug 
  • Filosofen namen het tijdens de verlichting voor ze op

Slide 8 - Tekstslide

De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar hem zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
  • Hij was het middelpunt van alles 
  • Liet mensen oppakken die hem niet het middelpunt lieten zijn
  • Mensen gingen nadenken over de samenleving en dat veel oneerlijk was

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
  • Wat? Ga aan de slag met de werkwijzer. We hebben het derde deel van paragraaf 5 behandeld. 
  • Hoe? In je schrift met behulp van je werkwijzer
  • Hulp? De docent en je boek.
  • Tijd? 20 min.
  • Uitkomst? Gemaakt huiswerk
  • Klaar? Kijk alvast de werkwijzer door

Slide 10 - Tekstslide