Mijn proefles

Tekstverbanden, signaalwoorden en verwijswoorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden, signaalwoorden en verwijswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Noem een signaalwoord

Slide 2 - Woordweb

Noem een tekstverband

Slide 3 - Woordweb

Signaalwoorden en tekstverbanden
Tussen zinnen en alinea's in een tekst bestaan verbanden.

Deze tekstverbanden worden vaak duidelijk gemaakt met behulp van signaalwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Pagina 148: Signaalwoorden

en
maar
want
of
omdat
doordat
namelijk
dus
kortom
Tekstverbanden 

opsomming
tegenstelling
oorzaak of reden
keuze, alternatief
reden
oorzaak
uitleg
conclusie
samenvatting

Slide 5 - Tekstslide

Welk signaalwoord geeft het tekstverband 'tegenstelling' aan?

Het regent, maar toch word ik niet nat. Ik kreeg prachtige cadeaus voor mijn verjaardag. Een nieuwe auto, een prachtig horloge en Italiaanse schoenen.

Slide 6 - Open vraag

Welk signaalwoord geeft het tekstverband 'opsomming' aan?

Het regent, maar toch word ik niet nat. Ik kreeg prachtige cadeaus voor mijn verjaardag. Een nieuwe auto, een prachtig horloge en Italiaanse schoenen.

Slide 7 - Open vraag

Welke 2 signaalwoorden zie je in onderstaande zinnen?

Ik ga niet naar het feest, want ik heb geen zin. Omdat ik het druk heb, kan ik niet naar haar verjaardag.

Slide 8 - Open vraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'omdat' aan?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht in tweetallen (5 min) - 1 persoon typt.

Maak met vier signaalwoorden op pagina 148 een correcte zin en zet erachter wat het tekstverband is. (opsomming)

Slide 10 - Open vraag

Verwijswoorden

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 12 - Woordweb

Verwijswoorden p.147
Teksten staan vol verwijswoorden. Dit zijn woorden die verwijzen naar andere woorden (of woordgroepen of zinnen) in dezelfde tekst. 

Vaak zijn het korte woorden.

Ze voorkomen herhaling.

Slide 13 - Tekstslide

Waarnaar verwijst het woord 'het'?

Ik raad je aan om je boek zelf te kaften: het moet een jaar lang netjes blijven.

Slide 14 - Open vraag

Zijn er nog vragen over tekstverbanden, signaalwoorden of verwijswoorden?

Slide 15 - Open vraag