Ethiek - (Zwarte) Piet

Godsdienst: Feiten, meningen en argumenten
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Godsdienst: Feiten, meningen en argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
- Je weet wat een feit, mening en argument is
- Je weet wat een goed en slecht argument is
- Je weet wat een traditie is 
- Je leert meer over de geschiedenis van zwarte piet
- Je kan aan de hand van feiten en argumenten een mening geven over de zwarte pieten discussie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
Slecht argument:
Ik vind school saai want dat is mijn gevoel

Goed argument:
Appen in het verkeer moet verboden worden want uit onderzoek blijkt dat daardoor het aantal ernstige verkeersongelukken is toegenomen 



Slide 5 - Tekstslide

Groepen en culturen
- Dominante cultuur
- Pluriforme samenleving
- Subcultuur
- Sociale cohesie 
- polarisatie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent traditie?
A
routine
B
herhaling
C
cultuur
D
gewoontes en gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen Nederlandse traditie?
A
Sinterklaas
B
Koningsdag
C
Vuurwerk
D
Kerstman

Slide 10 - Quizvraag

Kunnen tradities veranderen?
- Liberale Nederland
- Tradities kunnen alleen blijven bestaan wanneer ze veranderen.
- Tradities zijn plaats en tijdsgebonden


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke feiten, meningen en argumenten kwamen naar voren in dit filmpje?

Slide 13 - Open vraag

Zwarte Piet moet blijven, zoals hij was: zwart.
A
Eens
B
Oneens
C
Weet ik niet
D
Boeit me niet

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de oorsprong van (Zwarte) Piet?
A
Donkere mensen waren de slaven van St. Nicolaas
B
Piet is zwart door de schoorsteen
C
Wodan had zwarte reuzen en dit is overgebleven
D
Piet is eigenlijk een duivel

Slide 15 - Quizvraag

Wodan vliegend op zijn paar met zijn twee zwarte raven

Slide 16 - Tekstslide

Sint Nicolaas straft stoute kinderen

Slide 17 - Tekstslide

De duivel vergezeld Sint Nicolaas om de kinderen te straffen

Slide 18 - Tekstslide






In de zak zitten de horrors van de hel

Slide 19 - Tekstslide

Tere kinderzieltjes moeten gespaard blijven

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

En zwarte piet dan?
- Zwarte piet komt het eerst naar voren in het boek van Jan Schenkman (1850). Als hulpje.
- In eerste instantie uitgebeeld als donkere man in vrolijke kleding. 
- In de derde editie van het boekje kreeg zwarte piet uiterlijke kenmerken van een slaaf. Inspiratie hiervan zijn de Moorse pages die bedienden waren van de adel in die tijd. Zij vormen een indirecte link tussen Zwarte Piet en het slavernijverleden van Nederland. 



Slide 22 - Tekstslide

'Zwarte Peter' de naam voor de huisknechten tijdens de slavernij

Slide 23 - Tekstslide

Kleding van de (kind)slaven

Slide 24 - Tekstslide

Blackface: komisch racistisch typetje

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Wat is de oorsprong van (Zwarte) Piet?
A
Donkere mensen waren de slaven van St. Nicolaas
B
Piet is zwart door de schoorsteen
C
Wodan had zwarte reuzen en dit is overgebleven
D
Piet is eigenlijk een duivel

Slide 28 - Quizvraag

Zwarte Piet moet blijven, zoals hij was: zwart.
A
Eens
B
Oneens

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Verdeel de groep in twee teams. Zij gaan in twee rijen tegenover elkaar staan.
Het eerste lid van team A krijgt een woord (bijvoorbeeld: uitgaan, de leukste leraar, de krant) en de opdracht daar een minuut lang over vol te praten. Maar als hij “uhhh” zegt is hij af. Het andere team moet daarvoor op tafel slaan. Zij krijgen vervolgens de beurt.

Dat andere team mag dan over hetzelfde woord praten, maar hoeft slechts de resterende tijd vol te maken. Dit kan dus betekenen dat een lid van team A 55 seconden vol praat en dan ineens “uhhh” zegt, waardoor een lid van team B nog maar vijf seconden hoeft vol te praten.

Slide 31 - Tekstslide

Deze vijf BN’ers maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. Maar het gaat wéér mis! De ballon dreigt tegen een ander hooggebouw aan te vliegen. Deze keer kan slechts één iemand blijven.
Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! Sluit af met applaus voor de winnaar van het ballondebat!


Slide 32 - Tekstslide

Voorbereiden debat zwarte Piet
  • Geef een argumenten voor het behoud van Zwarte Piet
  • Geef een argumenten tegen het behoud van Zwarte Piet
  • Geef je mening: Vind je dat Zwarte Piet moet blijven?
    Leg je antwoord uit aan de hand van feiten en argumenten. 
  • ( Drie argumenten onderbouwd met feiten)

Slide 33 - Tekstslide