§15.3 V5 Warmte, water en exoten

§15.3  warmte, water en exoten
Deze lessonup over §15.3 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §15.3 doornemen en opgaven maken en nakijken.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§15.3  warmte, water en exoten
Deze lessonup over §15.3 ga je zelfstandig doorwerken en de vragen beantwoorden.

Daarna ga je de methode §15.3 doornemen en opgaven maken en nakijken.


Slide 1 - Tekstslide

de begrippen uit §15.3
tolerantie grens, adaptatie, extremofielen
exoten, plaag organismen
drinkwater zuivering
rioolwater zuivering
eutrofiëring

Slide 2 - Tekstslide

Bij de abiotische factoren kennen we een tolerantie gebied. Binnen dat gebied is leven mogelijk, daarboven en daaronder niet. (tolertantiegrenzen)  Er is ook een optimum voor deze abiotische factor. Daar zal de soort/het organisme zich het beste voelen en de meeste energie en kansen hebben om zich voort te planten
Bijvoorbeeld Temperatuur
- onder de 17 oC sterven deze organismen.
- boven de 32 oC sterven ze.
- bij het optimum 25 oC hebben ze de meeste kansen.

Slide 3 - Tekstslide

 extremofielen
Extremofielen zijn organismen die onder bijzondere omstandigheden leven, bijvoorbeeld bij extreme temperaturen, hoge zoutgehalten, toxische omgeving of hoge pH.


                            bijvoorbeeld
                                          de alaska boskikker

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

exoten in Nederland
Kies: tijgermug, amerikaanse rivierkreeft of halsbandparkiet.
Zoek informatie over de exoot die je gekozen hebt om de volgende vragen te kunnen beantwoorden.
- Wat is een (invasieve) exoot?
-Wat zijn de gevolgen van de aanwezigheid van deze exoot in Nederland op het ecosysteem?


Slide 6 - Tekstslide

Leg kort uit wat een exoot is.

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn de gevolgen van de aanwezigheid van jouw exoot in Nederland op het ecosysteem waarin deze leeft?

Slide 8 - Open vraag

We spreken van een plaag als planten of dieren schade veroorzaken (bijvoorbeeld)aan gewas of als ze ongewenst zijn.
Exoten kunnen door hun negatieve gevolgen op ecosystemen als plaagdieren of planten beschouwd worden, maar ook inheemse organismen kunnen een plaag veroorzaken.
Vaak wordt een plaag veroorzaakt door een verstoring in het biologisch evenwicht.

Slide 9 - Tekstslide

eutrofiëring (vermesting van oppervlakte water)
Herhaling V4
Doordat er teveel meststoffen in het water terecht komen volgt een cascade van gebeurtenissen met als eindresultaat een met algen overwoekerd water met verminderde biodiversiteit.

Eutrofiëring of vermesting vindt door de laatste decenia nauwelijks meer plaats in Nederland, door strenge bemestings maatregelen

Slide 10 - Tekstslide

Bij eutrofiëring van water zie je steeds dezelfde stappen.
1:   meststoffen (fosfaten en nitraten) komen via uitspoeling vanaf weide grond in grondwater en vervolgens oppervlakte water.
2: door deze meststoffen neemt de algen groei toe.
3: Door de aanwezigheid van algen aan het oppervlakte komt er onvoldoende licht onder in het water.
4: waterplanten en algen onderin het water gaan dood.
5: Door de aanwezigheid van zoveel dood materiaal vermenigvuldigen de reducenten zich razendsnel.
6: Reducenten zijn aerobe organismen en hebben dus zuurstof nodig)
7: Door het grote aantal reducenten is er veel minder zuurstof
8: De aanwezige dieren sterven.
herhaling V4

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Drinkwaterwinning vindt in ons land met name plaats uit grondwater. Een klein gedeelte is afkomstig van oppervlakte water. Er vinden een aantal bewerkingen plaats om veilig drinkwater te maken. Schadelijke stoffen en micro-organismen worden verwijderd. (Niet alle processen van drinkwater winning gaan leren hoor)

Slide 14 - Tekstslide

afvalwater (rioolwater) reiniging
Ons afvalwater van onze huishoudens komt in het riool terecht. In afvalwater zitten veel organsiche stoffen en directe lozing daarvan op rivieren zou tot eutrofiëring leiden.
Daarom is het ook nodig om ons afvalwater te reinigen voordat het in rivieren wordt geloosd. Bij dit proces wordt gebruik gemaakt van bacteriën die organische stoffen afbreken (biologische reininging.)

Slide 15 - Tekstslide

Bij rioolwater reiniging zijn er twee verschillende processen.

1: mechanische reiniging: filtreren van groter vuil en het laten bezinken van kleinere deeltjes.

2: biologische reiniging
           door A:  aerobe bacteriën in beluchtings tanks/bekkens (waar continu lucht door het water wordt gepompt)
           door B:  anaerobe bacteriën in afgesloten ruimte

Slide 16 - Tekstslide

De bacteriën die gebruikt worden in de rioolwaterzuivering zijn de rottingsbacteriën, de nitraat- en de nitriet bacteriën.
Deze drie soorten zijn aeroob en zorgen er samen voor dat nitraat gevormd wordt uit organisch materiaal (nitraat is dé voedingsstof voor planten, dus die moet er echt uit!)

De denitrificerende anaerobe bacteriën worden vervolgens gebruikt om de nitraat om te zetten in stikstof gas.


Zoek deze bacteriesorten op in BINAS 93G (stikstofkringloop)

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?

Dan direct contact opnemen met je docent.
geen vragen, dan §15.3 methode doornemen, opgaven maken en nakijken.

Slide 18 - Tekstslide